Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1994/ 232
Registratienummer 947005120
Dienst/afdeling ROEZ/JZ
Aantal bijlagen
Betreft: HET NEMEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR EEN GEDEELTE VAN
HET GEBIED VAN DE SPOORZONE
Inleiding
In de vergadering van 17 december 1992 heeft uw raad een voorberei-
dingsbesluit* genomen voor een gedeelte van het gebied van de Spoorzo-
ne. De geldigheidsduur van het voorbereidingsbesluit loopt op 21
december 1994 af. Om procedurele redenen is het noodzakelijk een nieuw
voorbereidingsbesluit te nemen.
Op tekening nummer 60905* is een gedeelte van het gebied van de
Spoorzone waarvoor het voorbereidingsbesluit zal gelden met een zwarte
omlijning en grijs raster nader aangegeven.
Voorstel
1. Te besluiten tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een
gedeelte van het gebied van de Spoorzone, een en ander overeenkomstig
het bij dit voorstel behorend concept-raadsbesluit.
Motivering/Toelichting
Het te nemen voorbereidingsbesluit omvat twee gebieden. Het op teke
ning nummer 60905 aangegeven gedeelte globaal gelegen tussen de
Belcrumweg, Academiesingel, Delpratsingel, Terheijdenseweg, Speelhuis
laan (ged.), Kievitsstraat (ged.en van Voorst tot Voorststraat
(ged.is gelegen binnen de begrenzing van het door uw raad op 16 juli
1992 vastgestelde "Structuurplan Binnenstad Breda 1992-2007". Het
gedeelte dat wordt begrensd door de Ceresstraat, Doornboslaan en de
spoorlijn Breda-Tilburg valt onder het door uw raad in de vergadering
van 21 december 1989 vastgestelde "Ruimtelijk Beleid in Breda, een
structuurplan voor de periode 1988 tot 1998".
Als uitwerking van het Structuurplan Binnenstad is voor het eerstge
noemde gebied inmiddels de "Structuurschets stationsomgeving" opge
steld, waarin de mogelijk nieuwe ontwikkelingen worden onderzocht.
Deze structuurschets vormt de basis voor het op te stellen "Ontwikke
lingsplan Stationsgebied" en het bestemmingsplan voor de spoorzone.
Ter voorkoming van ongewenste ontwikkelingen dient voor het gebied een
nieuw voorbereidingsbesluit te worden genomen.
Omdat voor het gebied een structuurplan geldt, kan op grond van
artikel 21 lid 7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de geldigheids-