-5-
kan geschieden. Hierbij is aangegeven dat deze overdracht van taken slechts
plaats kan vinden indien de bestuurslaag waaraan deze bevoegdheden worden
overgedragen rechtstreeks gekozen is.
- De Provinciale Staten van Noord-Brabant zijn bereid om, indien er een draag
vlak bij betrokken gemeenteraden aanwezig is en voldaan wordt aan de crite
ria die het Rijk daarvoor nog zal opstellen, de provincie dan de toepassing
van de Kaderwet voor andere regio's dan Zuidoost-Brabant positief tegemoet
zal treden.
Wij concluderen hieruit dat de provincie bereid is daadwerkelijk aan de dis
cussie over de bestuurlijke organisatie in West-Brabant deel te nemen en deze
te ondersteunen en daarbij niet schroomt ook eigen taken en bevoegdheden ter
discussie te stellen.
3. WAT
Binnen het integratietraject kan een aantal sporen onderscheiden worden:
A: Vormgeving van de bestuurlijke organisatie;
B: Integratie van de huidige coördinatietaken, incl. de middelen- en facili
taire functies, die op dit moment door beide gewesten verricht worden;
C: Integratie van de zorgtaken, incl. de middelen- en facilitaire functies,
die op dit moment door beide gewesten verricht worden;
D: Integratie van functionele gemeenschappelijke regelingen cq. gedeconcen-
treerde taken van het rijk.
E: Taken- en bevoegdhedendiscussie in het kader van de aangescherpte Wgr-rege-
ling cq. Kaderwet-toepassing;
Enkele opmerkingen bij elk van bovengenoemde sporen.
Spoor A: Bestuurlijke organisatie
Enerzijds zal de discussie over de bevoegdheden en taken in West-
Brabant in belangrijke mate de bestuurlijke organisatie bepalen, an
derzijds zal deze bepaald worden door standpunten van rijk en provin
cie en door de politieke situatie in West-Brabant zelf. In ieder ge
val zal de bestuurlijke structuur voor West-Brabant voor de Wgr+-si-
tuatie bepaald moeten worden op basis van de resultaten van de vol
gende onderdelen B, C en D van het integratieproces.
Spoor B: Integratie van huidige coördinatietaken
Wij spreken hier over ruimtelijke ordening, economie en werkgelegen
heid, volkshuisvesting, toerisme en recreatie, verkeer en vervoer,
milieu, natuur en landschapsbeheer, volwasseneneducatie en RBA.
Bij beide gewesten zijn op dit moment, behoudens op het gebied van
volkshuisvesting, geen bevoegdheden tot sturing en ordening aanwezig.
Wel worden op al deze gebieden door de beide gewesten coördinerende
werkzaamheden verricht voor de aangesloten gemeenten. Teneinde te
komen tot samenhang in de activiteiten van de beide gewesten op deze
terreinen en tegelijkertijd de beschikbare menskracht zo efficiënt