-8-
proces betreft. Taak is het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het Bestuur
lijk Overleg, maar in ieder geval over de voorstellen aan de gemeenteraden en
gewestraden. De commissie wordt samengesteld uit de portefeuillehouders be
stuurlijke zaken van alle gemeenten uit West-Brabant.
4.2. communicatie
Als belangrijkste aandachtspunt in het proces beschouwen wij de communicatie
met de achterban. Wij achten ons daarvoor bij uitstek verantwoordelijk. De
start hiervan vond plaats op 5 juli 1993 met het symposium: "West-Brabant, de
toekomst in eigen hand". Met deze notitie hebben wij een vervolg aan deze com
municatie willen geven. Voor het verdere traject zal een communicatieplan moe
ten worden opgesteld. Doelgroepen van het communicatieplan zijn gemeenteraads
leden, de dagelijkse besturen van gemeenten, de besturen van de samenwerkings
verbanden, medewerkers van de samenwerkingsverbanden, provinciaal bestuur,
instellingen, bedrijfsleven en burgers.
In het communicatieplan dient duidelijk te zijn welke informatiestromen naar
de doelgroepen verzonden moeten worden, welke besluitvormingstrajecten en on
derwerpen aan de orde zijn en welke tijdsplanning van toepassing is. Als een
belangrijk onderdeel van onze verantwoordelijkheid voor de communicatie met de
achterban beschouwen wij de ambassadeurstaakDeze houdt in het voeren van
overleg en het geven van toelichting op argumenten teneinde de bestuursorganen
van de gemeenten in staat te stellen tot verantwoorde besluitvorming te komen.
Naar onze mening dient deze taak door een daartoe aangewezen kerngroep uit het
Bestuurlijk Overleg West-Brabant te worden ingevuld. Wij hopen hierdoor tot
een zo groot mogelijk draagvlak voor de bestuurlijke veranderingen in West-
Brabant te komen.
4.3. Fasering
Het is duidelijk dat de in paragraaf 3 geschilderde sporen samenhangen. Het
Bestuurlijk Overleg is van mening dat deze daar genoemde sporen niet alle te
gelijkertijd dienen te worden aangepakt. Het stelt daarom voor in eerste in
stantie aan te vangen met het integreren van de huidige coördinatietaken en de
op dit moment uitgevoerde zorgtaken. Uitgangspunt daarbij is de aangescherpte
Wet gemeenschappelijke regelingen die naar verwachting per 1 januari 1994 van
kracht zal worden. Elders wordt het wel een klinische integratie of koude fu
sie van de huidige organisaties genoemd. In paragraaf 5 geven wij weer hoe wij
dit onderdeel van het integratieproces willen aanpakken. Ook kan gestart wor
den met de voorbereiding van de integratie van functionele samenwerkingsver
banden c.q. gedeconcentreerde rijksdiensten binnen de dan vigerende gemeen
schappelijke regeling voor West-Brabant. De eerste beleidsvelden die hierbij
aan de orde dienen te komen zijn de archiefdiensten en de sociale werkvoorzie
ning. Wij zullen hiertoe, indien de raden akkoord gaan met dat plan van aan
pak, besprekingen met de betreffende besturen voeren.
De vraag op welk moment de start zal plaatsvinden van de discussie over de
taakverdeling op de overige genoemde beleidsterreinen, zijnde de huidige coör
dinatietaken, willen wij als volgt benaderen. Het moment is daar, naar de me
ning van het Bestuurlijk Overleg, wanneer het nieuwe Westbrabantse openbaar