3 Raadsvoorstel vervolg/239 bij het bouwrijpmaken. Voor de tweede fase is er meer tijd beschikbaar om tot planontwikke ling te komen, waardoor er enige ruimte ontstaat om de stedebouwkundi- ge invulling op plandeelnivo nader in te vullen. De verwerving van grote delen van fase II verloopt problematisch. Met name het nauwelijks beschikbaar zijn van vergelijkbare alternatieve lokaties voor de tuinbouwbedrijven levert problemen op. De planning is er op gericht dat grote delen van fase II in 1996 beschikbaar komen en in 1996/1997 zullen worden bebouwd. Om de zekerheid van realisering van deze delen te waarborgen wordt voorgesteld om voorbereidingen te treffen om tot onteigening over te gaan van de nog niet verworven gronden en opstallen. Vervolgaktiviteiten en toetsing. In hoofdstuk 5 -gronduitgiftebeleid- en hoofdstuk 7 -vervolgaktivitei ten- wordt een beeld gegeven van de vervolgstappen na vaststelling van de nota. De gemeentelijke bemoeienis spitst zich na de selectie van de realisatoren toe op een drietal punten: 1. Toetsen van de ontwerpprodukten aan de randvoorwaarden van de Kwaliteits- en Uitvoeringsnota. Dit betreft met name de bouwkundige ontwerpen van de diverse betrokken architecten en de ontwerpen van de woonomgeving 2. Bewaking planning en financiën. 3. Externe informatieverstrekking/voorlichting (zie hiervoor ook bijgevoegd communicatieplan) Autovrij/autoarm deel Westerpark. In hoofstuk 4 van de nota wordt ingegaan op de begrippen autovrij, autoluw en de lokatiekeuze voor een plandeel in Westerpark. Dit plandeel ligt in fase II en zal op zijn vroegst eind 1996 tot ontwik keling kunnen worden gebracht. Tot zomer 1995 zal de beschikbare tijd worden gebruikt om de realise ringsmogelijkheden en de mate van autovrij/autoluw te verkennen, zowel ten aanzien van de geïnteresseerdheid van toekomstige bewoners als ten aanzien van de ontwikkelende partijen. Stadsverwarming Op basis van overleg met de PNEM Breda heeft het College besloten om vanuit milieu-overwegingen te kiezen voor aansluiting van alle nieuw te bouwen woningen op het stadsverwarmingsnetwerk. Naast de milieuhygiënische overwegingen hebben ook de technische- en financiële consequenties een rol gespeeld in de besluitvorming. De commissie MAP is hier inmiddels over in kennis gesteld. 2Grondexploitatie Het aanvankelijk geraamd nadelig exploitatie-resultaat uit de economi sche uitvoerbaarheid behorende bij het bestemmingsplan was van zodanig niveau (22 miljoen per 1-1-1995) dat op verzoek van het college is gezocht naar bezuinigingsmaatregelen. De grondexploitatie(*) geeft een inzicht in de investeringsbehoefte en opbrengstcapaciteit. Middels verdichting is de opbrengstcapaciteit zodanig verhoogd dat het geraamd nadelig resultaat afneemt tot 16,7 miljoen per 1-1-1995. Nog steeds een aanzienlijk nadeel evenwel, waarvoor de volgende oorzaken zijn aan te geven:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1757