2
Raadsvoorstel vervolg/245
ém
Motivering/toelichting
De gemeente Breda heeft in de afgelopen jaren veel en op planmatige
wijze aandacht besteed aan natuur en landschap; zo zijn het Groen
structuurplan (1986) en het Landschapsbeleidsplan (1991) tot stand
gekomen. Eén van de nadrukkelijke aandachtspunten in deze plannen
betreft bosaanleg.
Met betrekking tot bebossing wordt in het Landschapsbeleidsplan
gesteld dat bosaanleg noodzakelijk is ter versterking e.g. verbetering
van de kwaliteit van natuur en landschap. Ook de versterking van
recreatieve uitloopmogelijkheden wordt een belangrijke reden genoemd
voor bebossing.
Een toegespitst bosbeleid is verwoord in het gemeentelijk Bebossings
plan (1991) Dit plan geeft een gemeentelijke visie op bosaanleg,
ontwikkelingsmogelijkheden en beheer, een en ander in relatie tot het
streven naar behoud, c.q. verbetering van de kwaliteit van het bui
tengebied.
In het gemeentelijk Bebossingsplan zijn aan bosaanleg tevens milieu
doelstellingen gekoppeld. Deze milieudoelstellingen zijn eveneens
verwoord in het gemeentelijk Milieubeleidsplan (1991). Als voorbeeld
van een relatie tussen bosaanleg en een milieudoelstelling kan worden
genoemd het thema C02 reduktie; het bevorderen van meer groenaanleg
ten behoeve van extra absorptie van C02 (terugdringing van het broei-
kaseffekt
Bij de vaststelling van het Bebossingsplan heeft de Raad het besluit
genomen als intentie uit te spreken om tot het jaar 2002 ca. 50 ha
nieuw bos aan te planten binnen de grenzen van Breda. In het gemeente
lijk Bebossingsplan wordt voor de uitvoering van deze intentie uitge
gaan van een totaal bedrag van 3 miljoen gulden. Van belang hierbij
zijn de kostenposten grondverwerving en bosaanleg. Voor grondverwer
ving is uitgegaan van een benodigd bedrag van 50.000 per ha, terwijl
voor de kosten voor bosaanleg uitgegaan is van een bedrag per ha van
10.000. Deze bedragen betreffen een voorlopige raming. De werkelijke
kosten zullen onder andere afhankelijk zijn van schommelingen in de
grondprijzen. Bij de uitvoering van het Bebossingsplan is de grondver
werving dus de belangrijkste kostenpost. Het jaarlijks benodigde
bedrag wordt vastgesteld in het kader van het Meerjareninvesterings-
programma.
Uitgevoerde bebossingsprojekten
Zaartbos
De raad heeft op 27 maart 1991 het besluit genomen over te gaan tot
aanleg van de eerste fase van het Zaartbos en hiertoe een bedrag van
262.500 beschikbaar te stellen. De kosten van de totale aanleg zijn in
het betreffende raadsvoorstel begroot op 827.000. Dit bedrag was
inclusief de aanleg van een fietspad. Dit fietspad is echter niet aan
gelegd. Exclusief het fietspad betrof de raming van de aanleg van het
Zaartbos 646.500. Op 24 september 1992 heeft de raad het besluit
genomen om ten behoeve van de aanleg van de tweede fase Zaartbos een
bedrag van 419.000 ter beschikking te stellen.
De gemeente heeft sinds het tot standkomen van het gemeentelijk
Bebossingsplan het Zaartbos ter grootte van 11.5 ha aangelegd. Deze
aanplant is inmiddels nagenoeg afgerond. Het bos heeft een hoge ecolo
gische waarde. Het blijkt echter dat de aanleg van bos nabij de stad
relatief duur is, zeker als gronden van particulieren moeten worden
aangekocht. Ook de aanlegkosten blijken hoger dan voorzien in het
Bebossingsplan. In totaal zal de verwerving van de gronden en de