Gemeente Breda
Bijlage bij raadsvoorstelnr. 250
Toelichting Nationale Hypotheek Garantie
1. De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen.
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen, hierna te noemen de Stichting,
is opgericht op 10 november 1993. In het bestuur van de stichting partici
peren alle bij de nieuwe ordening van het instrument betrokken partijen. De
stichting zal gaan opereren onder de publiciteitsnaam:
Nationale Hypotheek Garantie (hierna te noemen NHG)
De Stichting heeft dus ten doel het bevorderen van het in eigendom ver
krijgen van woningen, gelegen in Nederland, door natuurlijke personen en
biedt - i.p.v. de gemeenten - aan de kopers de mogelijkheid van een hypo
theekgarantie
Tevens biedt de Stichting de mogelijkheid om de financiële verplichtingen
van de gemeenten en het rijk over te nemen die voortvloeien uit de vóór 1
januari 1995 afgegeven garanties.
De geldmiddelen van de stichting bestaan in hoofdzaak uit vergoedingen,
betaald door de geldnemers en de afkoopsommen van het rijk en de gemeenten
voor het overnemen van de financiële verplichtingen.
In de nieuwe waarborgfondsconstructie wordt de woonlasttoets uitgevoerd
door de financiers i.p.v. de Bemiddelende Organen. Deze toetsing vindt
plaats op basis van een uniforme en objectieve normering, welke aansluit
bij de huidige normen die de Bemiddelende Organen dit jaar hanteren.
De financier stelt de stichting in kennis van een positieve uitkomst van de
toets, op basis waarvan de stichting vervolgens tot borgstelling overgaat.
Bij verliezen zal de financier aan de hand van het dossier dat t.b.v. de
lening wordt samengesteld de destijds uitgevoerde toets moeten onderbouwen.
Als de toetsing niet volgens de normen van de stichting blijkt te hebben
plaatsgevonden, komt het verlies voor rekening van de geldgever.
De geldgevers sluiten elk individueel een standaardovereenkomst van borg
tocht met de Stichting.
2Toelichting op de achtervangfunctie en de daarvoor te sluiten over
eenkomst
De achtervangconstructie is opgesteld volgens het model van het Waarborg
fonds sociale woningbouw: rijk en deelnemende gemeenten zijn de gezamenlij
ke achtervangers, ieder voor 50%.
Telkens wanneer het fondsvermogen van de stichting daalt onder een aan het
verliesniveau gerelateerd bedrag, dienen rijk en deelnemende gemeenten aan
de stichting achtergestelde renteloze leningen te verstrekken voor een
totaalbedrag van 10 miljoen, waarvan f 5 miljoen door het rijk en
f 5 miljoen door de gezamenlijk deelnemende gemeenten. Het aandeel van de
gemeenten hierin wordt over de deelnemende gemeenten verdeeld, voor 50%
naar rato van de geleden verliezen van woningen gelegen in de gemeente en
en voor 50% naar rato van de afgegeven garantiesom in de gemeente.
Zodra het fondsvermogen van de stichting vervolgens een eveneens aan het
verliesniveau gerelateerd bedrag overschrijdt, dient de stichting de ach
tergestelde renteloze leningen van rijk en gemeenten terug te betalen.