De achtervangovereenkomst tussen gemeenten en de stichting is van toepas sing op alle door de stichting vanaf 1 januari 1995 te verstrekken hypo theekgaranties voor eigen woingen in die gemeente. De hypotheekgaranties van de stichting zullen worden verstrekt zonder tussenkomst van de gemeen te. Uitgangspunt is dat het beleid van de stichting t.a.v. de risicobepalende aspekten van de borgstelling zodanig is dat de kans op aanspraken op de financiële achtervangfunctie van de overheid gering is. Naar het oordeel van de VNG mag het risico van de achtervangers theoretisch als nihil worden beschouwd. Indien de gemeente besluit niet deel te nemen aan de stichting zal de gemeente in beginsel zelf gemeentegarantie kunnen blijven verstrekken. De huidige 50% rijksdeelneming komt echter voor nieuwe gemeentegaranties per 1 januari 1995 te vervallen en de gemeente zal derhalve het volledige financiële risico van de borgstelling dragen. Voorts komen de Bemiddelende Organen als zodanig te vervallen, als gevolg waarvan de gemeente zelf een toesingsinstrument zal moeten ontwikkelen. Ook wordt het niet toegestaan als gemeente aan de kopers een premie in rekening brengen; leges heffen mag overigens wèl. Voor de koper betekent deelname aan de stichting in de praktijk dat hij/zij èn bij de aankoop en bij eventuele wijzigingen later en/of betalingsproble men te maken krijgt met één loket: de financier. Bovendien zal de koper niet geconfronteerd kunnen worden met verschillen in diverse gemeenten, er zijn immers uniforme voowaarden. In de gemeente Breda zal de koper overigens over het algemeen wel duurder uit zijn: premiebetaling van 0.36% over het hypotheekbedrag plus f 40, administratiekosten zal meestal meer zijn dan het huidige bedrag van totaal f 268,60 (f 125,voor het advies van het Bemiddelend Orgaan en f 143,60 aan gemeentelijke leges). 3. Berekening en toelichting Afkoopovereenkomst. 31 Afkooppremie Het risico dat voortvloeit uit de financiële verplichtingen is evenals de hoogte van de door de kopers te betalen vergoeding voor de nieuwe garanties actuarieel berekend. Uitgegaan is van de verliezen op de afgegeven garan ties in de periode 1982 t/m 1991. Dit verlies komt voor 50% voor rekening van het rijk en 50% voor rekening van de gezamenlijke gemeenten. Door de stichting wordt op het berekende afkoopbedrag nog een korting van 50% verleend. De afkooppremie voor het rijk en voor de gezamenlijke gemeenten is op deze wijze berekend op f 37.849.250,- voor elk (contante waarde per 1 januari 1995, tegen 7%). De verdeling van de totale gemeentelijke afkoopsom over de afzonderlijke gemeenten heeft vervolgens plaatsgevonden: - voor 50% op de garantiesommen in de jaren 1991 t/m 1994, gerelateerd aan het aantal afgegeven positieve adviezen van de Bemiddelende organen met dien verstande dat voor 1994 de cijfers van 1993 zijn aangehouden; - voor 50% op de verliessommen in de afgelopen vier jaar (1990 t/m 1993), gerelateerd aan de administratie van VROM in het kader van de 50% rijks deelneming.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1816