Voor de gemeente Breda is bij overdracht aan de stichting aldus berekend een bedrag verschuldigd van f 397.194,welk bedrag ineens uiterlijk op 31 januari 1995 kan worden betaald of in vijf jaarlijkse termijnen van f 90.535,elk, in welk bedrag een rentevergoeding van 7% op jaarbasis is begrepen. 3.2 Obligo Het obligo is het bedrag waarvoor rijk en gemeenten die afkopen maximaal kunnen worden aangesproken door de stichting, indien de verliezen het totaal van de betaalde afkooppremies overschrijden. Het obligo is derhalve bedoeld ter voorkoming van tekorten bij de stichting in relatie tot de door het rijk en gemeenten te betalen afkooppremies. De verdeling van het totale gemeentelijke obligo over de individuele ge meenten is op dezelfde wijze gebeurd als die van de afkooppremie. De aanspraak op de obligo's vindt plaats in twee fasen, die elk weer zijn onderverdeeld in vijf tranches. Fase ls In fase 1 wordt de verleende korting voor alle gemeenten samen geïncasseerd bij alle gemeenten solidair) in 5 tranches van 20%. Deze tranches worden opgevraagd telkens wanneer de door de stichting geïncasseerde afkooppremies van de gemeenten (vermeerderd met de rente-opbrengsten daarvan) worden overschreden Het solidaire obligo is voor de gemeente Breda berekend op f 440.751, Hiervan kan per tranche dus maximaal 20% worden ingevorderd. Fase 2 Indien na afronding van fase 1 de door de stichting geïncasseerde afkoop premies van de gemeenten (vermeerderd met de rente-opbrengsten) opnieuw worden overschreden, zullen de gemeenten afzonderlijk worden aangesproken op hun resterend individuele obligo, eveneens in tranches van 20%. Het obligo in de tweede fase, bedraagt voor de gemeente Breda f 629.647,en kan dus eveneens in tranches van maximaal 20% worden ingevorderd. De gemeente zal bij aanspraken op haar resterend obligo in fase 2 niet meer betalen dan het aandeel van de gemeente in de verliezen. De aanspraken van de stichting op de obligo's van de deelnemende gemeenten zijn beperkt tot gedwongen verkopen die plaatsvinden t/m 31 december 2006 12 jaren) Achtergronden van deze getrapte afkoopconstructie zijn het in eerste aanleg zo veel mogelijk beperken van de afkooppremie en het beperken van het risico dat het op te bouwen fondsvermogen voor de nieuwe hypotheekgaranties vanaf 1 januari 1995 niet behoeft te worden aangesproken als gevolg van eventuele tekorten in verband met de afkoop van lopende garantieverplich tingen. Een keuze voor een eenmalige afkooppremie, zonder obligoconstructie, zou immers hebben moeten leiden tot een aanzienlijk hogere premie. In een "goed weer scenario" zou de stichting aldus ten koste van de gemeente winst hebben gemaakt en in een "slecht weer scenario" zou de stichting ten koste van het fonds voor de nieuwe verplichtingen verlies hebben geleden, met als gevolg een aanspraak op de achtervangfunctie van de overheid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1817