Gemeente Breda Raadsvoorstel 1994/?51 Registratienummer 947005444 Dienst/afdeling ROEZ/JZ Aantal bijlagen - Betreft: Wijziging van de Staangeldverordening Breda 1992. Inleiding Telkenjare worden de huren voor het innemen van een standplaats met een woonwagen verhoogd. Omdat de wagenbewoners in Breda geen huurovereenkomsten hebben geslo ten met betrekking tot het gebruik van standplaatsen, dient ieder jaar de huurverhoging in de vorm van nieuwe tarieven in de "Staangeldveror dening Breda 1992" te worden opgenomen. 1. De verordening tot wijziging van de "Staangeldverordening Breda 1992" vast te stellen. Motivering/Toelichting De huurprijzen voor het innemen van standplaatsen met een woonwagen werden voorheen jaarlijks bij ministeriële regeling vastgesteld. In 1994 is een gewijzigde wettelijke regeling tot stand gekomen, waarbij het huur- en subsidiebeleid met betrekking tot woonwagens en standplaatsen is opgenomen in wetten en regelingen, die voor de reguliere woningbouw gelden. De maximale huurverhoging is voor 1994 vastgesteld op 6%. Voorwaarde is dat de maximaal redelijke huurgrens volgens het waarderingsstelsel niet wordt overschreden. De woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda, die de huurwoonwagens en de standplaatsen voor de gemeente Breda beheert, doet het voorstel de staangelden te verhogen met 5,5%. Daardoor worden de maximaal redelijke huurprijzen niet overschreden en wordt aangesloten bij de beleidsuitgangspunten voor de huurverhoging voor de woningen. Bovendien worden de rijksbijdragen voor 1994 met 5,5% verlaagd. Wij kunnen het advies voor de woningbouwvereniging onderschrijven. In bijgevoegde wijzigingsverordening hebben wij de tarieven, voor de standplaatsen gedifferentieerd naar het jaar van het aanleggen van de locaties, opgenomen. Consequenties Voorstel Geen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1819