Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1994/ 258
Registratienummer 946504131
Dienst/afdeling BD/BZ
Aantal bijlagen
Betreft: Wijzigingsverordening gemeentelijke identiteitskaart.
Inleiding
Als gevolg van de per 1 januari 1995 in werking tredende wijzigingen
in de paspoortregelgeving is het noodzakelijk, dat vanaf dat moment de
afgifte van gemeentelijke identiteitskaarten wordt gestaakt.
Voorstel
Besluit wijziging Verordening gemeentelijke identiteitskaart
a. De navolgende artikel(led)en van de op 17 december 1992 vastgestel
de Verordening op de gemeentelijke identiteitskaart worden ingetrok
ken
- artikel 2;
- artikel 4;
- artikel 7 tot en met 15;
- artikel 16, leden 1 en 2;
- artikelen 17 en 18;
- artikel 19, onder b en onder h.
b. Op de afhandeling van aanvragen ingediend voor 1 januari 1995 is de
Verordening op de gemeentelijke identiteitskaart zoals die gold voor
dat tijdstip van toepassing.
c. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1995.
Motivering/Toelichting
Door de minister van binnenlandse zaken is bekend gemaakt dat op 1
januari 1995 artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet en een aantal
nieuwe paspoortregelingen in werking zullen treden. Deze bekendmaking
is van belang in verband met het besluit van de minister van justitie
van 16 maart 1994 waarbij de gemeentelijke identiteitskaart is aange
wezen als document waarmee in de bij de wet aangewezen gevallen de
identiteit van personen kan worden vastgesteld. Daarbij is namelijk
bepaald, dat deze aanwijzing zou vervallen op het moment van inwer
kingtreding van genoemd artikel uit de Paspoortwet, overigens met dien
verstande dat de reeds uitgegeven gemeentelijke identiteitskaarten tot
de daarop aangegeven datum (of zoveel eerder de kaart van rechtswege
vervalt; zie artikel 19 van de verordening) Een van de gevolgen
hiervan is, dat het niet meer mogelijk zal zijn een gemeentelijke
identiteitskaart, afgegeven na 1 januari 1995, te gebruiken als
wettelijk identificatiemiddel.