Raadsvoorstel vervolg/ 265 5 Op basis van de evaluatie kan worden geconcludeerd dat het project voor wat betreft het bereiken en vervolgens succesvol toeleiden van moeilijk bemiddelbare werkzoekenden uit Tuinzigt naar werk, zijn toegevoegde waarde ten opzichte van de reguliere voorzieningen heeft aangetoond. Deze conclusie wordt door alle bij het project betrokken partijen onderschreven. Ook de notitie "Vernieuwing Van Het Bredase Arbeidsmarktbeleid" (oktober 1994) geeft aan dat de verdere ontwikkeling van werkloos heidsbestrijding op buurtniveau - in relatie tot het gemeentelijke beleid met betrekking tot districtsgewijs werken - hoge prioriteit heeft. Het biedt een goede voedingsbodem voor een experiment 'inzet uitkeringsgelden voor banen voor langdurig werklozen' (hetgeen vooral op buurtniveau zal worden uitgevoerd)waarover op korte termijn uitsluitsel van de minister van SZW wordt verwacht. Derhalve wordt voorgesteld: 1. Het project voor de komende drie jaar in te bedden in de reguliere voorzieningenstructuur. Drie jaar omdat over zo'n periode meer zicht ontstaat over het functioneren en de inhoud van het districtsgewijs werken en de verdere afstemming in het voorzieningencircuit, o.a. de voorgenomen samenwerkingsplannen tussen arbeidsvoorziening en gemeente rondom de Individuele Traject Bemiddeling. In die tijd kan de positie van dit soort laagdrempelige inzet opnieuw worden bezien. 2. Het project uit te breiden naar drie buurten of drie clusters van buurten, waarbij momenteel de gedachten uitgaan naar Tuinzigt, Haag poort, Heuvel als eerste cluster, Geeren-Noord en Wisselaar als tweede cluster, en Heksenwiel/Kesteren als derde cluster. Momenteel wordt tussen de directies Arbeidsmarktbeleid en Welzijn, de Stichting Vertizontaal en het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn, overlegd over een keuze welke die beste aansluit bij de door deze disciplines gestelde prioriteiten en of de clustergrootte praktisch realiseerbaar is. 3. Het project gedurende de periode van drie jaar inhoudelijk, organi satorisch en financieel aan te haken bij de Stichting Vertizontaal. Het project heeft de afgelopen drie jaar feitelijk onder verantwoorde lijkheid van een begeleidingscommissie gewerkt. Deze commissie droeg de verantwoordelijkheid voor de organisatorische, inhoudelijke en financiële vormgeving van het project. Inmiddels heeft de begeleidingscommissie geconstateerd dat het beheer in die vorm niet de meest adequate beheersvorm is gebleken. De in deze commissie zitting hebbende organisaties ervaren dat zij de uitvoe ringsverantwoordelijkheid onvoldoende kunnen dragen met betrekking tot het dagelijks beheer. Derhalve wordt voorgesteld de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het project te leggen bij één professionele organisatie. Daar de inhoud van het project het meeste aansluit bij het werkterrein van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1895