Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1994/ 268
Registratienummer 948003573
Dienst/afdeling SAW/VWLZ
Aantal bijlagen
Betreft: voorstel van burgemeester en wethouders tot verlenging van de
toepassing van de subsidierichtlijnen Woontussenvoorziening en het
experiment Klussendienst Tuinzigt tot 1 juli 1995.
Inleiding
In 1989 heeft uw raad besloten de gelden woontussenvoorzieningen voor
de periode tot 1 januari 1995 te bestemmen voor het geven van bijdra
gen in de kosten die extra dienstverlening in steunpuntprojecten en
aanleunwoningen met zich mee brengt.
In september 1993 is in de wijk Tuinzigt gestart met een experiment
Klussendienst gericht op het verrichten van eenvoudige klussen bij
ouderen.
In de loop van 1994 heeft onderzoek plaatsgevonden naar de effecten
van de besteding van de WTV-gelden en het bereik van de klussendienst.
1. de toepassing van de richtlijnen subsidie woontussenvoorziening te
verlengen tot 1 juli 1995;
2. het Experiment Klussendienst Tuinzigt eveneens te verlengen tot 1
juli 1995;
3. de kosten voor de verlenging van het experiment ad f 30.000,= te
brengen ten laste van het budget voor flankerend ouderenbeleid.
Motivering/Toelichting
De evaluatierapporten naar de effecten van de besteding van de WTV-
gelden in de steunpuntcomplexen en de aanleunwoningen en het experi
ment Klussendienst Tuinzigt zijn onlangs verschenen*.
De belangrijkste conclusies uit de evaluatie zijn:
- het sociaal beheer in de steunpunten neemt een steeds belangrijker
plaats in. De daarvoor beschikbare tijd van de beheerders lijkt te
beperkt, zodat een uitbreiding van de beschikbare uren gewenst lijkt;
- het effect van de WTV-gelden op de extra dienstverlening en onder
steuning van de steunpuntbewoners is vrij gering;
- de uitkomsten van het experiment Klussendienst Tuinzigt bevestigen
de ideeën over het nut van een algemene voorziening van deze aard.
De omvang ervan staat nog ter discussie.
De conclusies zijn minder eenduidig dan eerder werd aangenomen.
Dit impliceert, dat nader overleg nodig is om te komen tot een effi
ciënte inzet van de middelen die bovendien en breed draagvlak heeft.
De opstelling van een gedegen plan vraagt overleg met de SOB, de
Voorstel
i*i