2 Raadsbesluit vervolg/ 269 8. In het geval de besluiten als bedoeld onder 1, 2, 3, 4, 5 en 7, overeenkomstig het bepaalde onder 10, sub b, geacht moeten worden niet te zijn genomen, ter dekking van de aanloopverliezen een bedrag beschikbaar te stellen van 150.000,- onder door burgemees ter en wethouders vast te stellen voorwaarden en daartoe een krediet te voteren van maximaal 150.000,- ten laste van de bestemmingsreserve monumenten; 9. In verband met het bepaalde onder 3 en 7 de begroting voor de dienst Ruimtelijke Ordening/Economische Zaken, Grondbedrijf en het Concern voor het jaar 1994 te wijzigen overeenkomstig de daartoe strekkende besluiten en zonodig te corrigeren in verband met het bepaalde onder 8; 10.Te bepalen dat: a. de besluiten als bedoeld onder 1, 2, 3, 4, 5 en 7 worden genomen onder de opschortende voorwaarde dat is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden: - bij oprichting van de N.V. Stadsherstel Breda dient het ge plaatste kapitaal tenminste 3.000.000,- te bedragen; - op grond van het bepaalde in artikel 5, lid 1 sub d van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 de N.V. Stadsherstel Breda vrijstelling van betaling van vennootschapsbelasting heeft verkregen; - tussen de gemeente Breda en de N.V. Stadsherstel Breda in oprichting overeenstemming bestaat over het sluiten van het convenant als bedoeld onder 2 - in verband met de deelname van de gemeente Breda aan de N.V. Stadsherstel Breda goedkeuring is verkregen van het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. b. de besluiten als bedoeld onder 1, 2, 3, 4, 5 en 7 geacht worden niet te zijn genomen, indien op 1 juli 1995 nog niet is voldaan aan elk van de onder a genoemde voorwaarden. c. toekomstige dividenduitkeringen van de N.V. Stadsherstel ten gunste zullen worden gebracht van de voorziening monumenten. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 2 2 DEC. 1994

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1934