2
Raadsvoorstel vervolg/ 280
Daarnaast maakte de opzet van het uitvoeringsprogramma de relatie
tussen regulier werk en projecten niet zichtbaar: projecten die
afgevoerd worden komen als zij positief blijken te werken, weer terug
in het reguliere werk.
Het onderbrengen van alle activiteiten in het milieuprogramma, zoals
de Wet milieubeheer voorschrijft neemt deze onduidelijkheden weg.
Het is op dit moment nog niet mogelijk een milieuprogramma te maken
overeenkomstig de eisen van de Wet milieubeheer, de VOGM-regeling en
het Gemeentelijk Milieubeleidsplan. Het ministerie erkent dit gegeven.
Wel is het gelukt een essentiële stap te zetten om in 1996 tot een
Milieuprogramma te komen volgens de Wet milieubeheer en de VOGM-
regeling; namelijk het in kaart brengen van alle activiteiten die de
gemeente in 1995 op milieugebied zal uitvoeren.
Het Milieuprogramma is een samenvatting van een 50-tal gesprekken en
een gelijk aantal schriftelijke bijdragen van de diensten en is te
onderscheiden in twee delen. Het eerste deel bestaat uit reguliere
werkzaamheden die een weerspiegeling van de reguliere inspanningen met
betrekking tot het milieu weergeven. Daarnaast bestaat het Milieupro
gramma uit projecten die in 1995 het opnemen van milieutaken in het
regulier werk bevorderen (de projecten uit voorheen het uitvoerings-
programma)
De opsomming in het deel "regulier werk" maakt inzichtelijk hoezeer
milieu verankerd is in, of raakvlakken kent met andere diensten.
Verbreding van het gemeentelijk milieubeleid heeft reeds in belangrij
ke mate plaatsgevonden. Dit blijkt uit het overzicht van de reguliere
werkzaamheden van de diensten uit dit rapport
Gebleken is dat de gemeente Breda aan alle taken die de VOGM-regeling
noemt aandacht schenkt. Alleen ten aanzien van de verplichte taak
Bedrijfs Interne Milieuzorg (BIM) bij gemeentelijke diensten is de
vraag of in de toekomst daar voldoende aandacht aan wordt geschonken.
Hiervoor zal aandacht gevraagd worden.
Het projectenprogramma laat een grote verandering zien in vergelijking
met voorgaande jaren. Het heeft door de aanjaagfunctie een dynamischer
karakter gekregen. Projecten zijn kort durend, regelmatige wisseling
ervan vindt plaats.
Zo zijn tweederde van de in 1995 uit te voeren projecten nieuw. Het is
gelukt vele daarvan te vinden in sectoren waar de aandacht voor het
milieu in het verleden niet zo duidelijk tot uitdrukking kwam, maar
die veel voor verbetering van het milieu kunnen betekenen. Een opsom
ming van de werkzaamheden getuigt van de vele raakvlakken die milieu
met andere diensten heeft. Dit komt overigens ook tot uiting in het
projecten-netwerk (zie hiervoor de algemene inleiding van het program
ma)