bijlage bij nr. 39 BELEIDSONTWIKKELING BEHEER PARTICULIERE WONINGVOORRAAD IN BREDA 1. INLEIDING De Bredase woningvoorraad bestaat thans uit ca. 54.000 woningen, waarvan ca. 21.000 corporatiewoningen en ca. 33.000 particuliere woningen. Van deze 33.000 particuliere woningen worden er 21.000 bewoond door eigenaar/bewo ners. De overige 12.000 zijn particuliere huurwoningen. Met andere woorden de particuliere sector neemt een zeer belangrijke positie in de Bredase woningvoorraad in. De laatste jaren heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan binnen de beleidsterreinen volkshuisvesting en stadsvernieuwing. Een belangrijke accentverschuiving is die van de nieuwbouw naar de bestaande voorraad. Dit centraal stellen van de bestaande voorraad is met name verwoord in de notitie "Uitwerking Nota Volkshuisvesting; een nadere aanscherping op basis van de gewijzigde marktverhoudin gen", welke door B&W is vastgesteld (2 maart 1993). De beschikbare financiële middelen voor particuliere woningverbete ring staan onder druk omdat de rijksoverheid de bijdragen aan de locale stadsvernieuwingsfondsen de komende jaren zal afbouwen. Er zal een integrale prioriteitsstelling plaats moeten vinden voordat een meerjarenplanning particuliere woningverbetering kan worden opge steld. Particuliere woningverbetering is namelijk niet de enige activiteit die gefinancierd wordt uit het stadsvernieuwingsfonds. Een belangrijk onderdeel van het beheer van de particuliere voorraad is het wegwerken van nog bestaande achterstanden. Tegen de achtergrond van de geschetste ontwikkelingen is een herbezinning op de huidige wijze van subsidieverstrekking in het kader van particuliere woningverbetering noodzakelijk. In het meerjarenplan stadsvernieuwing 1994-1998 is opgenomen dat, nu het rijksbeleid is vastgesteld, de gemeenteraad een beleidsvisie stadsvernieu wing zal worden voorgelegd. In deze beleidsvisie zal nader worden ingegaan op het verstrekken van subsidies of bijdragen in relatie tot met name de eigen verantwoordelijkheid van betrokkenen en de efficiëntie van de inzet van middelen. Verbetering van woningen van particulieren is een onderdeel van het beheer van de particuliere voorraad. De aandacht zal steeds meer gericht moeten worden op het voorkomen van achterstanden. De beleidsinstrumenten die de gemeente hierbij ter beschikking staan zullen op korte termijn ontwikkeld moeten worden. Dit geldt met name voor het aanschrijvingsbeleid. Vooruitlopend op de bespreking en vaststelling van de beleidsvisie stads vernieuwing en de beleidsnotitie over het aanschrijvingsbeleid is het noodzakelijk, ter voorkoming van vertraging in de productie van de particu liere woningverbetering, nu enkele prioriteitsgebieden aan te wijzen zodat op korte termijn gestart kan worden met het opstellen van projectdefinities voor de verbetering van woningen in deze gebieden. In deze notitie wordt niet ingegaan op het beheer van de sociale huursec tor. Hierover zullen met de betrokken eigenaren in het kader van het BBSH nadere afspraken worden gemaakt. Een ander onderdeel van het beheer van de bestaande woningvoorraad, namelijk het monumentenbeleid wordt in deze notitie evenmin inhoudelijk aan de orde gesteld. Het met het NRF ont wikkelde subsidiërings- en financieringsinstrumentarium is evenwel van groot belang voor de uitvoering van het monumentenbeleid. In de volgende hoofdstukken zullen de in deze inleiding aangeduide onder werpen nader worden toegelicht. 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 199