2
Raadsvoorstel vervolg/ 289
Breda 1994 niet meer aan de orde.
Als verplanten niet mogelijk is, is bij de behandeling van de kapvergun-
ningaanvraag altijd een belangenafweging noodzakelijk tussen enerzijds
het (maatschappelijk) belang om de bomen te handhaven en anderzijds het
belang van de aanvrager om de bomen te (doen) verwijderen.
Om redenen van efficiency is het gewenst de uitvoering van de Bomenver-
ordening Breda 1994 te mandateren aan de directeur van de dienst
Stadsbeheer. Om deze reden zal het Mandaatbesluit Breda 1993 worden
aangepast. Het verstrekte mandaat houdt in dat het verlenen en weigeren
van kapvergunningen altijd onder de verantwoordelijkheid van het college
van burgemeester en wethouders plaatsvindt. Het college behoudt de
bevoegdheid om zelf de vergunning te weigeren of te verlenen.
Voorstel
1. de Bomenverordening Breda 1994 vast te stellen;
2. in te stemmen met het communicatieplan ten behoeve van de introductie
van de Bomenverordening Breda 1994;
3. de kosten van die introductie, zijnde 15.550, en de verhoging van
de structurele kosten van de uitvoering (publicatieplicht) van de
Bomenverordening, zijnde 9.200, te dekken uit Gewone Dienstgelden van
de Dienst Stadsbeheer ten laste van de projecten "kleine reconstructies
groen"
een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorend concept-raadsbe
sluit
Motivering/Toelichting
De Bomenverordening Breda 1994 vindt zijn grondslag in de Gemeentewet.
Deze wet geeft de gemeente verordenende bevoegdheid in autonome aangelegen
heden. Ook de Boswet bevat regels ter bewaring van bossen en andere houtop
standen. Haar functie is de instandhouding van een bomen- en bosareaal
van voldoende omvang en kwaliteit. In de Boswet is bepaald dat andere
openbare lichamen, waaronder de gemeenten, de bevoegdheid hebben regelen
te stellen ten aanzien van de onderwerpen waarin de Boswet voorziet. In
deze wet is echter een aantal categorieën van beplantingen uitgesloten
van gemeentelijke regelgeving. Vanzelfsprekend is de Bomenverordening Breda
1994 hier op afgestemd. Hieronder worden de belangrijkste nieuwe elementen
uit de Bomenverordening 1994 toegelicht.