4 Raadsvoorstel vervolg/ 289 Bomenverordening voor een specifiek aangegeven houtopstand opzij zet - kan echter de aarzeling van deze groepen om houtopstanden aan te planten voorkomen. Geen betoog behoeft het feit dat de motivering om een dergelijke ontheffing te verlenen, slechts gelegen kan zijn in het gemeentelijk beleid om de aanplant van houtopstanden te bevorderen. Wijziging procedure Het wordt algemeen als onbevredigend ervaren dat onder het regime van de Kapverordening 1978 de rechtsbescherming slecht ten uitvoer kon worden gebracht, beschikkingen werden immers niet gepubliceerd. Daarnaast kon een afgegeven vergunning meteen worden gebruikt. Om deze reden worden onder het regime van de Bomenverordening Breda 1994 ontvangen aanvragen gepubliceerd. Een ieder kan dan zijn of haar mening over deze kapvergun- ningaanvraag aan de gemeente kenbaar maken. Bij de behandeling van de kapvergunningaanvraag kan vervolgens rekening worden gehouden met de eventuele binnengekomen reacties. Daarnaast worden onder het regime van de Bomenverordening 1994 verleende en geweigerde kapvergunningen gepubliceerd. De betreffende vergunning mag pas worden gebruikt één dag na de dag waarop de beroepstermijn (van 6 weken) afloopt, tenzij schorsing is verkregen. De regeling van bezwaar en beroep is overigens niet meer in de verordening geregeld. Immers, het wettelijk kader, te weten de Boswet en de Algemene Wet Bestuursrecht, voorziet hierin. Burgemeester en wethouders kunnen in voorkomende gevallen bepalen dat de vergunning onmiddellijk van kracht wordt. Dit zal aan de orde zijn in situaties waarbij met spoed een boom moet worden geveld in verband met gevaarzetting of ziekte. Het is immers in dergelijke situaties bijzonder ongewenst de zesweekse periode af te wachten voordat de vergunning inwerking treedt. Verruiming begrip houtopstand De definitie van het begrip houtopstand is verruimd. Onder andere houtwallen en lintbeplanting vallen nu onder de Bomenverordening Breda 1994. Deze elementen kunnen hoge ecologische waarden vertegenwoordigen en verdienen daarom alle bescherming. Knotbomen onder de werking van de Bomenverordening Breda 1994 Door een wijziging van de Boswet is het nu mogelijk om geknotte populieren en geknotte wilgen langs landbouwgronden onder de werking van de Bomenverordening Breda 1994 te brengen. Knotbomen hebben onmiskenbaar een hoge landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarde en dienen zo veel mogelijk te worden beschermd. Specificering vruchtbomen Vruchtbomen vallen niet onder de Boswet. Omdat met "vruchtbomen" echter "fruitbomen" worden bedoeld - in principe kan immers elke boom als een vruchtboom worden beschouwd - is in de Bomenverordening Breda 1994 het begrip "vruchtbomen" gewijzigd in het begrip "fruitbomen".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 2014