6 Raadsbesluit vervolg/ a 293 Artikel 12 Nakoming van verplichtingen De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 61 van de Invorderingswet 1990 gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeente lijke belastingen. Artikel 13 Vrijstelling invorderingsrente bij uitstel van betaling Ingeval op grond van artikel 25 van de Invorderingswet 1990 uitstel van betaling is verleend wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze voor alle op één aanslagbiljet vermelde aanslagen gerekend over de volledige looptijd van het genoten uitstel in totaal een bedrag van 50,niet te boven gaat. Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De "Verordening onroerend-goedbelastingen 1992" van 31 oktober 1991, goedgekeurd bij besluit van 4 december 1991, wordt inge trokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. Zij is met betrekking tot de invordering tevens van toepas sing op alle aanslagen in verband met belastbare feiten die zich voor 1 januari 1992 hebben voorgedaan, alsmede op alle aanslagen waarvan de invordering door de Rijksbelasting dienst op de voet van de Uitvoeringsregeling overdracht taken onroerend-goedbelastingen (Stcrt. 1991, nr. 252) aan de gemeente is overgedragen. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 1995. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening onroe- rende-zaakbelastingen Breda 1995".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 2061