5
Raadsbesluit vervolg/ a 294
Artikel 13
1. De ingevolge artikel 10 verleende vergunning vermeldt:
a. de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats alsmede woonplaats en
adres;
b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats met vermel
ding van het nummer daarvan;
c. de artikelen of groep van artikelen, welke door de standplaatshouder
op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht.
2Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in
volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is
toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven.
Bij deze inschrijving worden tevens de artikelen of de groep van
artikelen als bedoeld in lid 1, onder c., vermeld.
Artikel 14
1. Bij de toewijzing van vaste plaatsen, waartoe op gezette tijden, doch
tenminste eenmaal per jaar wordt overgegaan, komen daarvoor allereerst
in aanmerking de vergunninghouders van vaste plaatsen die aan het colle
ge van burgemeester en wethouders de wens te kennen hebben gegeven van
standplaats te willen veranderen, zulks in volgorde waarin zij op de in
artikel 13, lid 2, bedoelde lijst zijn ingeschreven. Indien de volgorde
niet op basis van de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst kan worden
bepaald wordt de vaste plaats toegewezen middels loting.
2. Daarna komen in aanmerking degenen die zich op de in artikel 11, lid 1,
bedoelde lijst hebben laten inschrijven, zulks in volgorde van hun
inschrijving op deze lijst.
3. In afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 2 kan het college van
burgemeester en wethouders na een daartoe ingediende schriftelijke
aanvraag een vaste standplaats, die vrijkomt omdat degene aan wie deze
plaats is toegewezen het beroep van marktkoopman beëindigt, toewijzen
aan een eigen of aangehuwd kind van de betreffende marktkoopman, mits
deze voldoet aan de eisen van artikel 12, eerste lid, en mits deze
gedurende minimaal twee jaren, voorafgaande aan de aanvraag, zijn
ouder(s) heeft geassisteerd op de betreffende standplaats.
4. Indien voor de markt een indeling per artikelengroep geldt, wordt
hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in de voor
gaande leden, overeenkomstig door het college van burgemeester en
wethouders tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen
regelen.
Artikel 15
1. De vergunning voor een vaste plaats kan worden ingetrokken:
a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;
b. bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in lid
4 van dit artikel;