9
Raadsbesluit vervolg/ a 294
2. De in artikel 15, lid 1, onder d., vervatte regeling inzake de verplich
ting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen vaste plaats ten
einde de vergunning voor de vaste plaats te behouden, blijft per
kalenderjaar ten hoogste vier marktdagen buiten werking, indien de
rechthebbende, na te hebben voldaan aan het in lid 1 genoemde voor
schrift, wegens vakantie afwezig is.
3. De rechthebbenden als hierboven bedoeld, kunnen op buitenwerkingstelling
van de in lid 2 aangeduide regeling alleen dan aanspraak maken, indien
zij op de marktdag, voorafgaande aan hun afwezigheid wegens vakantie, de
hun toegewezen vaste plaats hebben bezet.
4. De rechthebbenden als bedoeld in lid 2 hebben voorts, tot behoud van hun
eerderomschreven rechten, de verplichting op de eerste marktdag, volgend
op die, waarop zij -binnen het in lid 2 gestelde maximum aantal marktda
gen- wegens vakantie afwezig waren, hun vaste plaats weer in te nemen.
Artikel 23
1. In bijzondere omstandigheden kan door het college van burgemeester en
wethouders aan hen, die zijn ingeschreven op de in artikel 13, lid 2,
bedoelde lijst, op schriftelijk verzoek tijdelijk ontheffing worden
verleend van de verplichting om zelf op hun vaste plaats aanwezig te
zijn, dan wel zich bij de marktmeester aan te melden voor het verkrijgen
van een standplaats.
2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, alsmede in
die, bedoeld in artikel 21 of in artikel 22, kan het college van burge
meester en wethouders de vergunninghouder van een vaste plaats vergun
ning verlenen zich te laten vervangen.
Overige maatregelen van orde.
Artikel 24
Het is verboden vroeger dan 1h uur voor de aanvang van de markt goederen of
waren ter markt aan te voeren.
De aanvoer moet zijn beëindigd bij de aanvang van de markt, behoudens
bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van het college van
burgemeester en wethouders. De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen
moeten verwijderd zijn uiterlijk lh uur na de sluitingstijd van de markt.
Artikel 25
De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van
de markt te blijven innemen. Het college van burgemeester en wethouders kan
in bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, van deze bepaling ontheffing
verlenen.