mt bijzondere situaties worden gewijzigd, zoals bij de bevrijdingsfeesten in oktober 1994 op de Grote Markt. Uiteraard dienen zowel kooplieden als publiek vroegtijdig van een en ander in kennis te worden gesteld. Ad artikel 4 In dit artikel is de mogelijkheid geschapen voor het college van B&W om nadere regels te stellen met betrekking tot de inrichting (aantal plaat sen/afmetingen/opstelling enz.) van de markten. Het aantal kooplieden dat een plaats op de markt moet innemen behoort dusdanig te zijn, dat er enerzijds een gezonde concurrentie bestaat en dat anderzijds de kooplieden een redelijke omzet op de markt kunnen behalen. Uit dien hoofde zal het college van burgemeester en wethouders het totaal aantal op de markt toe te laten kooplieden aan een maximum moeten binden; dit maximum behoort te worden vastgesteld in overleg met de instanties welke de belangen van de ambulante handel behartigen, waarbij uiteraard ook de belangen van de burgerij niet uit het oog mogen worden verloren. Teneinde voorts de orde op de markt te waarborgen, dient de mogelijkheid te worden geschapen dat voor het verhandelen van bepaalde artikelen of voor het handel drijven op een andere wijze dan de traditionele met gebruikma king van marktkramen, afzonderlijke gedeelten van het marktterrein worden aangewezen. De punten g. en h. scheppen de mogelijkheid een beperkt aantal artikelen- groepen respectievelijk kooplieden voor bepaalde artikelengroepen toe te laten. Op deze wijze kan bereikt worden, dat op de markt een zo groot mogelijke verscheidenheid aan artikelengroepen aanwezig is en kan voorkomen worden, dat teveel kooplieden van één artikelgroep op de markt optreden. In de tekst van de verordening is met opzet niet het woord "branche" gebruikt. Op gesaneerde markten komt het immers dikwijls voor dat kooplie den slechts bepaalde artikelen uit een branche verkopen, terwijl andere kooplieden, ingeschreven voor dezelfde branche, doch met een ander assorti ment, op een bepaald moment eveneens overgaan tot verkoop van de reeds door eerstgenoemden aangeboden artikelen; daarbij beroepen de laatsten zich dan op de branche waarvoor zij staan ingeschreven. Door nu van artikelengroep te spreken worden het college van burgemeester en wethouders in staat gesteld tot een duidelijke afbakening van het door elke koopman te voeren assortiment. Ad artikel 5. Gedurende de tijd dat het betreffende terrein is aangewezen als markt, valt het niet meer aan te merken als openbare weg in de zin van artikel 1 der Wegenverkeerswet. Eventuele wegsleepregelingen gelden dan niet, maar het marktterrein komt direct onder de werking van artikel 125 Gemeentewet te vallen. Dit houdt in dat alle belemmeringen ogenblikkelijk (in combinatie met artikel 130 Gemeentewet) kunnen worden verwijderd, zonder schriftelijke waarschuwing (bestuursdwang) Er is hier immers sprake van "spoedeisende gevallen". Ten onrechte gepar keerde auto's kunnen daarom, op kosten van de eigenaars, van het marktter rein worden verwijderd nog vóór de eigenlijke opbouw van de markt. Voor waarde is wel dat de tijden waarop het terrein beschikbaar moet zijn ten behoeve van de markt, duidelijk worden meegedeeld. Ad artikel 6. Ter verkrijging van de nodige uniformiteit op een warenmarkt is het gewenst het plaatsen van marktkramen aan een vergunning te binden. Veelal zal de marktkramenexploitatie in handen van een particuliere firma worden gegeven. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 2080