- 3 -
RAADSVOORSTEL vervolg nr* 31
Het uitvoeringsprogramma van de vervoerregio is, zoals vermeld, in hoge
mate afgestemd, c.q. spoort in hoge mate, met de plannen die door de ge
meente Breda worden/zijn ontwikkeld in het kader van het Structuurschema
Verkeer en Vervoer (SW) en het Gemeentelijk Milieubeleidsplan (GMP)
Van groot belang is verder dat de aanvraag van subsidies onder andere in
het kader van de VINEX-projecten van deze gemeente sporen met de plannen
die in het IRW worden aangegeven. Van groot belang is eveneens het feit
dat het IRW van deze vervoerregio gebruikt wordt als onderdeel van het
toetsingskader voor de Regiovisie, het uitwerkingsplan van het Streekplan
voor deze regio. De vervoerregio betreft dezelfde gemeenten als die welke
onderwerp zijn in de Regiovisie.
De vaststelling van het Ontwerp-IRW door het bestuurlijk platform van de
vervoerregio Breda op 12 november 1993 is het voorlopig resultaat van de
afspraken die zijn vastgelegd in de eerder vermelde Intentieverklaring voor
de vervoerregio Breda. In de vorm van het Ontwerp-IRW is nu een integraal
regionaal verkeers- en vervoerbeleid geformuleerd.
Besluitvorming gemeenten.
De huidige ambtelijke en bestuurlijke organisatie van de vervoerregio is
opgezet ten behoeve van de totstandkoming van het IRW. In de huidige
bestuurlijke constellatie blijft de uitvoering van de maatregelen uit het
IRW daarom uiteindelijk een verantwoordelijkheid van de direct betrokken
overheden. Om die reden wordt de raad van Breda dan ook voorgesteld de
beleidsnota (deel A) vast te stellen en in principe in te stemmen met de
maatregelen als weergegeven in deel B. In overleg met de vervoerregio zal
daarbij gekomen moeten worden tot fasering van de voorgestelde maatregelen
en het verkrijgen van financiële ondersteuning daarbij vanuit rijk en
provincie
De raad wordt daarnaast gevraagd een besluit te nemen over de ambtelijke en
financiële inbreng, nodig in het kader van de uitwerking van de maatregelen
uit het IRW. Die inbreng is drieledig. Ten eerste zullen gemeenten zelf
menskracht moeten inzetten voor het initiëren en uitvoeren van projecten
uit het IRW, die op hun gemeente van toepassing zijn. Gezien het Verkeer
Vervoerbeleid van Breda is dit voor deze gemeente een reguliere taak. Ten
tweede wordt een financiële bijdrage gevraagd voor de algemene kosten die
met de uitwerking van de projecten zijn gemoeid. Het gaat daarbij om kosten
voor onder meer monitoring, deelonderzoeken communicatie-activiteiten en
dergelijke. Tenslotte zullen gemeenten nog menskracht en financiële midde
len beschikbaar moeten stellen ten behoeve van de voortzetting van de
projectorganisatie van de vervoerregio Breda. De algemene, externe, kosten
die met de uitwerking van de projecten zijn gemoeid (monitoring, deelonder
zoeken, communicatieactiviteiten en dergelijke) bedragen 350.000,-- per
jaar. Uitgaande van de veronderstelling dat het Stadsgewest en de Provincie
hiervan beide 12,5% voor hun rekening nemen, en het dan resterende bedrag
over de deelnemende gemeenten verdelend naar rato van het aantal inwoners
en arbeidsplaatsen, komen we daarbij voor de gemeente Breda op een bedrag
van 147.500,--. Het college stelt voor dit bedrag voor 1994 beschikbaar
te stellen.
Door deelname aan de vervoerregio en de hiermee samenhangende regionale
benadering van de verkeers- en vervoersproblematiek komt Breda eerder bij
het Rijk in aanmerking voor ondersteunende bijdragen ten behoeve van de