- 2 - RAADSVOORSTEL vervolg 5Q 3De directeur van de dienst Stadsbeheer opdracht te geven ten behoeve van de eerste begrotingsrapportage 1994, een nadere onderbouwing te geven voor de noodzaak het onderhoudsbudget speelvoorzieningen eenmalig te verhogen met een bedrag van 300.000,--. MOTIVERING/TOELICHTING Door de bezuinigingen in de HUG-periode heeft het speelbeleid eind jaren tachtig te weinig beleidsmatige aandacht en te weinig financiële ondersteu ning gekregen. Beleidsmatig Formeel is het speelbeleid gericht op kinderen tot 13 jaar. In de praktijk doen echter ook andere leeftijdsgroepen een beroep op de gemeente voor voorzieningen in de woonomgeving. Het gaat dan om jongeren én volwassenen. Daarnaast is er steeds weinig ruimte geweest voor zelfwerkzaamheid van buurtbewoners bij aanleg en onderhoud van speelvoorzieningen. Mede gezien de ontwikkelingen met betrekking tot het districtsgewijs werken, lijkt het gewenst ook hiervoor mogelijkheden te scheppen. Financieel Bij de aanleg van nieuwe en de renovatie van bestaande speelplekken werd steeds ad hoe - meestal op verzoek van omwonenden - gereageerd. Er was geen systematisch inzicht in de onderhoudstoestand en inrichting van speelplek ken. In 1992 is hiervoor door een extern bureau onderzoek verricht onder 25% van de speelplekken. Hierbij bleek 41% van de onderzochte plekken onveilig te zijn en slechts 34% te verkeren in een goede staat van onder houd. Onveiligheid, slijtage en achterstallig onderhoud maken renovatie van veel speelplekken noodzakelijk. Te meer omdat te verwachten is dat in 1995 de Europese veiligheidsnormen in werking treden. Tenslotte bleek de spreiding van de speelplekken niet optimaal te zijn: soms liggen er teveel te dicht bij elkaar, soms is er een duidelijk tekort aan speelplekken. CONSEQUENTIES BELEIDSWIJZIGING De profijtgroep van het speelbeleid wordt uitgebreid met jeugd van 13 tot 19 jaar en volwassenen. Zelfwerkzaamheid van buurtbewoners bij aanleg en onderhoud van speelvoorzieningen wordt onderdeel van beleid. De zeven richtwaarden worden gehanteerd bij ontwerp en aanleg van speelplekken. FINANCIEEL De directeur van de dienst Stadsbeheer geeft ten behoeve van de eerste begrotingsrapportage 1994 een nadere onderbouwing voor de noodzaak het onderhoudsbudget speelvoorzieningen eenmalig te verhogen met een bedrag van 300.000,--. In de Kadernota 1995 is reeds een voorstel opgenomen om het onderhoudsbudget met 300.000,= te verhogen en voor de investeringen 116.000,= beschikbaar te stellen. INSPRAAK Op 21 december 1993 is een openbare informatie-avond gehouden, waarvoor alle buurt- en belangenorganisaties waren uitgenodigd. Het verslag van deze avond is ter visie gelegd. Bovendien was het mogelijk tot 1 januari 1994 schriftelijk te reageren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 287