gemeente Breda
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bij lage
1994 51
946500110
SE/BJZ
Geen.
BETREFT BEROEPSCHRIFT VAN MEVROUW J.A. VAN DIJK-VAN HELSDINGEN TEGEN HET
AANWIJZEN VAN EEN LOCATIE AAN DE BISONSTRAAT ALS CENTRALE OPSTELPLAATS VOOR
WIJKCONTAINERS.
Bij besluit van 10 juli 1991, aan mevrouw J.A. van Dijk-van Helsdingen
medegedeeld op 15 juli 1991, hebben wij een locatie aan de Bisonstraat
aangewezen als centrale opstelplaats voor wijkcontainersDaartegen diende
mevrouw J.A. van Dijk-van Helsdingen op 18 juli 1993, op grond van de
Afvalstoffenverordening Breda een beroepschrift in, dat wij hebben voorge
legd aan de commissie voor bezwaar- en beroepschriften. In verband met
kennelijke niet-ontvankelijkheid heeft deze commissie appellante niet
gehoord
Wij stellen u voor om overeenkomstig het advies van de commissie voor
bezwaar- en beroepschriften te beslissen. Het advies is integraal opgenomen
onder de rubriek motivering/toelichting.
1. Appellante niet ontvankelijk te verklaren in haar beroepschrift.
MOTIVERING/TOELICHTING
De commissie voor bezwaar- en beroepschriften heeft het volgende overwogen.
Op grond van artikel 5, vierde lid van de Afvalstoffenverordening Breda
moet een beroepschrift worden ingediend binnen dertig dagen na de dag
waarop de aangevallen beschikking is verzonden. Het beroepschrift had dus
voor 15 augustus 1991 moeten worden ingediend, terwijl het is gedateerd 18
juli 1993 en ontvangen 20 juli 1993. Het is dus te laat ingediend.
Artikel 5, vierde lid van de Afvalstoffenverordening Breda bepaalt verder
dat niet-ontvankelijkheid wegens termijnoverschrijding achterwege blijft,
indien appellant aantoont dat hij het beroep heeft ingesteld zo spoedig als
dit redelijkerwijs verlangd kon worden. De door appellante gegeven verkla
ring voor de termijnoverschrijding - zij zou niet op de hoogte zijn van de
juiste motivering van het door haar bestreden besluit - is volgens de
commissie geen reden om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
Het is namelijk in ieder geval mogelijk een summier beroepschrift, ook wel
genaamd pro forma-beroepschriftbinnen de termijn in te dienen, onder aan
kondiging van latere schriftelijke motivering. Een dergelijk beroepschrift
geldt als tijdig ingediend. Een motivering of nadere motivering die pas
wordt gegeven na de tijdige indiening van een beroepschrift, bijvoorbeeld
ter hoorzitting, moet volgens constante rechtspraak worden opgevat als een
bij dat beroepschrift behorende redengeving.
INLEIDING
VOORSTEL