2. SÜBSIDERICHTLIJN "TREFFEN VAN VOORZIENINGEN VOOR OUDEREN IN NIEUWBOUWWONINGEN". De regeling komt te vervallen omdat hiervoor in 1994 geen middelen ter beschikking worden gesteld. De kosten voortvloei ende uit de voorwaarde dat de woning dient te voldoen aan de eis van een voor ouderen geschikte woning worden geacht te zijn opgenomen in de stichtingskosten. Dekking wordt gevonden in de aanvangshuur die een coporatie vaststelt. Hierbij is een kostendekkende exploitatie op termijn uitgangspunt. 3. SUBSIDIERICHTLIJN "AANPASSEN WONINGEN VOOR OUDEREN". Deze richtlijn komt te vervallen omdat er geen middelen in het Stadsvernieuwingsfonds zijn toegewezen en gereserveerd. Ook hier kunnen kosten voor voorzieningen bij aanpassingen worden doorberekend middels een huurverhoging. Bij mutatie van bewo ner mogen deze kosten in de huur worden verrekend. Met de woningbouwverenigingen is in het verleden een aanpassingspro gramma afgesproken voor woningen in de bestaande voorraad. Dit programma loopt nog omdat deze aanpassingen afhankelijk zijn van het vrijkomen van de woningen. Aanpassingen van deze be noemde woningen vallen niet onder deze regeling. 4. SUBSIDIERICHTLIJN "AANPASSING WONINGEN VOOR STUDENTEN". Deze subsidieregeling is niet meer opgenomen omdat de afgelo pen jaren van deze regeling geen gebruik is gemaakt. Het doel van de regeling was het stimuleren van initiatieven, die leid den tot uitbreiding van de voorraad voor studenten geschikte kamers. De woningbouwverenigingen konden voor het treffen van specifieke voorzieningen in woningen een bijdrage van fl. 1000,per te realiseren kamer krijgen. In de praktijk verhuren woningbouwverenigingen m.n. meergezinswoningen aan woongroepen (2 a 3 studenten) in de ongewijzigde situatie. Specifieke voorzieningen zoals extra wastafels, sloten aanpas singen e.d., en kleine verbouwingen worden door de doelgroep niet gewenst. Bovendien leiden aanpassingen, ondanks de bij drage, tot huurverhogingen. 5. MOTIVERING SUBSIDIE-RICHTLIJN "VERBETERING WONINGEN VAN EIGENAAR/BEWONERS" EN "VERBETERING WONINGEN VAN PARTICU LIERE VERHUURDERS". a. De belangrijkste beleidswijziging komt er op neer dat afgestapt is van de methodiek van het werken met een subsidie a fonds perdu van 50% van de subsidiabele kos ten. Met ingang van 1 april 1994 beschikt de gemeente voor de subsidiëring/financiering van monumenten en particuliere woningen over een nieuw instrument, namelijk de 'subsidie op termijn' (SOT)Het gaat om een voorwaar delijke subsidie die na 15 jaar wordt uitgekeerd. De hoogte van deze subsidie op termijn is afhankelijk van de locatie van de woning en van het rentepercentage dat de gemeente hanteert op het moment van verlenen van de subsidie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 331