c. elk binnengekomen bedrag ter vermindering van de achterstand in de
betaling van rente en/of aflossing schriftelijk aan de gemeente mel
den.
9. a. Indien de schuldenaar in de tijdige betaling van rente en/of
aflossing in gebreke blijft, zal de kredietgever niet tot executie
(als bedoeld in artikel 3:268 lid 1 of lid 2 BW) van het pand
overgaan dan na verkregen toestemming van de gemeente, met dien
verstande, dat deze toestemming niet of niet meer is vereist, indien
de schuldenaar in gebreke is gebleven in de tijdige betaling van
rente en/of aflossing gedurende of over een tijdvak van tenminste 9
maanden;
b. mocht executie nodig zijn om andere redenen dan niet tijdige betaling
van het verschuldigde, dan zal de kredietgever de gemeente onverwijld
in kennis stellen.
10. a. De kredietgever zal de gemeente eerst dan tot nakoming uit hoofde van
borgtocht aanspreken, nadat het pand -indien daarop een hypotheek ten
behoeve van de kredietgever is gevestigd- is uitgewonnen.
b. Betaling van rente en aflossing van de geldlening door inbetaling-
geving van enige zaak door de schuldenaar bevrijdt de gemeente van
haar verplichting, tenzij hetgeen in betaling is gegeven door een
derde bij de kredietgever wordt uitgewonnen wegens redenen bij de
schuldenaar gelegen.
11. De kredietgever zal jaarlijks vóór 1 maart aan de gemeente opgave doen
van het bedrag dat door de schuldenaar uit hoofde van de door de gemeente
gegarandeerde geldlening nog is verschuldigd.
12. De garantie heeft gedurende de looptijd van de geldlening betrekking op
de vordering van de kredietgever uit hoofde van de overeenkomst van
geldlening op de datum, waarop de koper ingeval van executie als bedoeld
in artikel 3: 268 lid 1 of lid 2 BW (danwel executie-vervangende onder
handse verkoop) de koopsom voor het desbetreffende pand betaalt. Voor
noemde vordering is inclusief rente, kosten e.d., doch exclusief
eventuele tussen de kredietgever en de gemeente uitgezonderde
voorgefinancierde subsidiebedragen.
Indien er sprake mocht zijn van een positieve/negatieve hypotheekverkla
ring als bedoeld in artikel 3 en deze niet gevolgd is door feitelijke
vestiging van een hypotheek op het desbetreffende pand heeft de garantie
gedurende de looptijd van de geldlening betrekking op de vordering, zoals
hierboven genoemd, tot 2 maanden na de datum van opeising van de lening.
13. Indien de gemeentegarantie wordt aangesproken, worden onder de vordering,
als bedoeld in artikel 12, niet gerekend boeten of vergoedingen wegens
vervroegde aflossing of opeising van de lening. Voorts zal bij de bepa
ling van de boete wegens te late betaling maximaal de wettelijke rente in
rekening worden gebracht.
14. Indien de gemeentegarantie wordt aangesproken, dient de kredietgever aan
de gemeente een termijn van twee maanden te gunnen om tot uitbetaling
over te gaan, alvorens wettelijke rente in rekening te brengen. De
termijn van twee maanden gaat in na ontvangst van de afrekening met
bijbehorende stukken door de gemeente.
Mi