6. De organisatorische randvoorwaarden voor de projecten
6.1 Inleiding
In de navolgende paragrafen zal kort worden ingegaan op de organisatorische vorm die
aan de beide projecten is gegeven.
6.2 Het interne project
Zoals reeds werd aangegeven was het interne GSD-project gericht op (her)oriëntatie van
de contactpersonen van de GSD op uitstroom gericht werken. Ook werd hiervoor reeds
opgemerkt dat, onder de druk der omstandigheden, het werken binnen de GSD in de
loop der tijd was verschoven naar het enkel zorgen dat de uiitkering tijdig en rechtmatig
werd verstrekt. Daardoor waren werkzaamheden gericht op het begeleiden van cliënten
steeds verder naar de achtergrond gedrongen. Als gevolg daarvan waren:
vaardigheden van individuele contactpersonen om mensen behulpzaam te zijn/ te
begeleiden naar uitkeringsonafhankelijheid in de loop der tijd afgenomen;
de kennis van de sociale kaart van de arbeidstoeleiding verminderd.
Naast deskundigheidsbevordering (waarop in een volgende paragraaf nader zal worden
ingegaan) dienden binnen de organisatie de randvoorwaarden te worden geschapen om
de noodzakelijke (her)oriëntatie op uitstroom gericht werken te kunnen realiseren.
Deze organisatorische randvoorwaarden waren:
het reserveren van meer tijd voor de intake-gesprekken, zodat tijdens die gesprek
ken niet alleen aandacht kon worden besteed aan de gegevens die noodzakelijk
zijn voor het beoordelen van de aanspraak op en de hoogte van de uitkering,
maar dat daarbij ook gegevens konden worden verzameld over de arbeidsmarkt
positie van de cliënt. Daardoor zouden ontbrekende gegevens kunnen worden
aangevuld en reeds beschikbare gegevens over de arbeidsmarktpositie van de
cliënten kunnen worden geactualiseerd;
het opvoeren van de frequentie van heronderzoeken. Uitgangspunt hierbij was dat
het mogelijk moest worden gemaakt dat buiten het reguliere heronderzoekspro
gramma (een maal per 8 maanden) om, cliënten opgeroepen zouden moeten
kunnen worden teneinde meer gericht aandacht te kunnen besteden aan het
handelen c.q. nalaten van de cliënt met betrekking tot beëindiging van de
uitkeringsafhankelijkheid;
het reserveren van meer tijd voor heronderzoeksgesprekken. Tijdens deze
gesprekken zou niet alleen aandacht moeten worden besteed aan de verdere
aanspraak op uitkering, maar zou ook nadrukkelijk aandacht moeten worden
besteed aan de inspanningen van de cliënt om de uitkeringsafhankelijkheid te
beëindigen;
het opvoeren van het aantal mondelinge heronderzoeken. Uitgangspunt hierbij
was dat een persoonlijk contact met de cliënt een positief effect zou hebben op
de relatie tussen cliënt en contactpersoon en dat daardoor een betere basis zou
worden gelegd voor gesprekken met de cliënt over inspanningen gericht op het
- 13 -
Evaluatie uitstroomgericht werken/samenwerking GSD-Arbeidsbureau
Stafeenheid Ontwikkeling GSD