- 3 - RAADSVOORSTEL vervolg 61 vrijelijk reklame maken in de Bredase openbare ruimte en daar de inkomsten van genieten. Een deel van die reklame-inkomsten valt onder de betreffende taakstelling van het ministerie. De eerste 50 van het resterende deel is door de BBA zelf te besteden. De tweede 50 hiervan dient naar ons inzicht onder gemeentebeheer te komen. Het gaat hierbij om 10.000, De exacte besteding hiervan geschiedt in overleg met de BBA. Met dit nieuwe fonds kunnen bijzondere vormen van stadsvervoer bekostigd worden, die zichzelf kunnen gaan terugverdienen en zelfs meer dan dat voor meer reizigers en opbrengsten zorgen. Te denken valt bijvoorbeeld aan speciale (tarief-) akties voor daluren-vervoer of voor koopavonden. Om verwarring te voorkomen en duidelijkheid te scheppen over de functie ervan, hebben wij het fonds de benaming 'speciaal stadsvervoer' gegeven. Met de BBA is afgesproken, dat de verrekening plaatsvindt door een vermindering van de jaarlijkse exploita- tieprijs van de stadsdienst met 10.000,De jaarlijkse administratieve afhandeling is hierdoor ook veel eenvoudiger. Aangezien meer dan de helft van de totale inkomsten van voertuig-reklame nog steeds naar de BBA gaat, is ervoor gekozen om in de tekst van de concessie-overeenkomst de BBA als ontvanger van inkomsten van voertuigre- klame op te nemen. De aanvullende bepalingen, zoals hiervoven uiteengezet, zijn schriftelijk vastgelegd en bevestigd in een brief van de BBA-directeur van 9 maart j.l. Wij stellen voor een looptijd van 6 jaar voor de nieuwe overeenkomst te kiezen van 1-1-1994 t/m 1-1-2000. Op deze wijze kan op een termijn van 4 a 6 jaar ingespeeld worden op nieuwe ontwikkelingen. Twee jaar vóór het expireren van de overeenkomst dient overleg geopend te worden over een mogelijke verlenging. Deze termijn geldt ook, als één der beide partijen de overeenkomst wil beëindigen, zodat voldoende tijd resteert om te overleggen over beperking van de sociale gevolgen en over de wijze waarop compensatie plaatsvindt voor de door de BBA verrichte investeringen in het lokaal openbaar vervoer. Voorts zijn de procedure-termijnen aangepast. Hooguit 24 weken vóór de ingangsdatum van een nieuwe dienstregeling leggen wij u een door de BBA aangeboden exploitatieplan ter goedkeuring voor, te beschouwen als het vervoerplan-nieuwe-stijl. Minimaal 8 weken vóór betreffende ingangsdatum ontvangt u een voorstel over de exploitatieprijs en, in geval van ingrij pende wijzigingen, ook over de nieuwe dienstregeling. Gezien het streven naar een meer zakelijke relatie met de B.B.A. en een zuivere afbakening van verantwoordelijkheden achten wij het noodzakelijk, dat de tot nu toe bij de BBA in beheer zijnde openbaar vervoer fondsen overgaan naar de gemeente. Het betreft de fondsen 'vrije beheersruimte (een vrije reserve o.a. ten behoeve van kleine infrastructurele verbeterin gen) en 'verbetering toegankelijkheid' (geoormerkt bedrag vanuit het ministerie). Deze fondsen worden gevoed vanuit de rijksbijdragen voor de exploitatie. Het fonds t.b.v. opbrengstrisico's blijft bij de gemeente, zoals boven uiteengezet. Het nieuwe fonds speciaal stadsvervoer komt vanaf de start in 1994 in beheer bij de gemeente. Het is aan de gemeente hoe zij met alle openbaar vervoerfondsen wil omgaan en of er bijv. vanuit het fonds vrije beheersruimte gelden voor de exploitatie worden ingezet. Alle fondsen worden gevormd door afsplitsingen van exploitatiegelden (rijksbijdragen) dan wel hebben daar direct mee te maken (in geval van het fonds speciaal stadsvervoer). Vanaf 1994 is de gemeente beheerder van alle openbaar vervoer fondsen. Vroeger werd de vrije beheersruimte verdisconteerd in de rijksbijdrage ter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 356