EXPLOITATIE-OVEREENKOMST I-I - I g <5 I 1 I 3 3
1. De gemeente Breda, ten deze krachtens artikel 78 van de gemeentewet
vertegenwoordigd door dra. F.M. Feij burgemeester van die gemeente,
handelend ter uitvoering ven het besluit van de gemeenteraad van 30
maart 1988;
hierna te noemen gemeente,
partij ter ene zijde;
en
2. de naamloze vennootschap Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten
"BBA", gevestigd te Breda, ten deze vertegenwoordigd door drs. A.A.
Vermeulen, (enig) directeur van deze vennootschap,
hierna te noemen vervoeronderneming;
partij ter andere zijde,
in aanmerking nemende
dat het voor de goede uitoefening van het lokale openbaar vervoer in de
gemeente Breda noodzakelijk is, ter zake van de door de vervoeronder-
neming uit te voeren dienstregeling en de daarmee verband houdende
verstrekking van de bijdrage ter dekking van het exploitatietekort,
nadere afspraken te maken tussen de gemeente en de vervoeronderneming
dit ter aanvulling op hetgeen is bepaald in de Wet personenvervoer en
in de op grond van die wet door burgemeester en wethouders aan de
vervoeronderneming verleende vergunning;
zijn het volgende overeengekomen:
Artikel A definities en begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze'overeenkomst wordt verstaan onder:
de Wet personenvervoer (Stb. 1987, 175);
het Besluit personenvervoer (Stb. 1987, 506);
het lokale openbaar vervoer, zoals bedoeld
in artikel 1, eerste lid onder h, van de
wet, in de gemeente Breda;
de op grond van artikel 11 van de wet door
burgemeester en wethouders aan de vervoeronder
neming verleende vergunning voor het
verrichten van lokaal openbaar vervoer;
een door de gemeente en de vervoeronder
neming gezamenlijk vastgesteld plan, waarin
voor een periode van drie jaar wordt
aangegeven welke verwachtingen er, op het
moment van het opstellen daarvan, zijn voor
het lokale openbaar vervoer;
a) wet:
b) besluit:
c) lokaal openbaar vervoer:
d) vergunning:
e) vervoersplan:
■M