1. De gemeente Breda, ten deze krachtens artikel 171 van de gemeen tewet vertegenwoordigd door drs. E.H.T.M. Nijpels, burgemeester van die gemeente, handelend ter uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van 29 maart 1994, nummer hierna te noemen: gemeente, partij ter ene zijde; en 2. de N.V. B.B.A. vennootschap, gevestigd te Breda, ten deze ver tegenwoordigd door mr. H.J. van der Linde, directeur van deze vennootschap, hierna te noemen: vervoerondememing, partij ter andere zijde, in aanmerking nemende Dat de gemeente in het kader van de Wet Personenvervoer en de op grond van die Wet aan de vervoerondememing verleende vergunning opdracht heeft gegeven aan de vervoerondememing tot het verrichten van lokaal openbaar vervoer in de gemeente en de vervoerondememing die opdracht heeft aanvaard. Dat partijen op 24-05-1988 dienaangaande een overeenkomst gesloten hebben. Als gevolg van ingrijpende wijzigingen in de systematiek van de rijksbijdrage voor lokaal openbaar vervoer een aanpassing van die afspraken noodzakelijk is geworden. Dat partijen hun hernieuwde afspraken hieronder wensen vast te leggen, zijn het volgende overeengekomen Coooeesie - overeenkomst lokaal openbaar vervoer pag. 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 370