aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid
en billijkheid niet mag verlangen dat de overeenkomst onge
wijzigd wordt nageleefd.
4. Partijen treden tenminste 2 jaar voor beëindiging van de over
eenkomst, derhalve voor 1 januari 1998, met elkaar in overleg over
een eventuele verlenging van de overeenkomst en de voorwaarden
waaronder deze geschiedt.
5. Indien een der partijen besluit dat de overeenkomst dient te
beëindigen aan het einde van de looptijd, derhalve 1 januari 2000,
dan geschied deze opzegging uitsluitend bij aangetekend schrijven
aan de andere partij voor 1 januari 1998. Indien deze opzegging
geschiedt na 1 januari 1998, dan geldt vanaf die dag een door
looptijd van 2 jaar.
ARTIKEL P Verplichtingen van partijen bij beëindiging van de
overeenkomst
1. Wanneer de overeenkomst wordt beëindigd op grond van één van
de in het artikel O aangegeven omstandigheden, treden
partijen in overleg over de beperking van de sociale gevolgen en
de wijze waarop compensatie plaatsvindt voor door het vervoerbe
drijf verrichte investeringen voor het lokaal openbaar vervoer,
2. Het bepaalde in artikel P lid 1 is niet van toepassing indien de
overeenkomst wordt beëindigd door omstandigheden die aan de
vervoeronderneming zijn toe te schrijven
ARTIKEL Q Centraal gemaakte afspraken tussen BOS en VSN
Centraal gemaakte afspraken tussen het Beleidsorgaan Openbaar Vervoer
Subsidiërende Gemeenten en de N.V. Verenigd Streekvervoer Nederland
zijn voor partijen verbindend, indien beide partijen zich schriftelijk
accoord daarmee hebben verklaard en zulks schriftelijk aan elkander
hebben medegedeeld.
ARTIKEL R Bindend advies
Wanneer partijen van mening verschillen over de uitvoering van deze
overeenkomst, zal bindend advies worden gevraagd aan drie bindend
adviseurs, waarvan één door elk partijen wordt benoemd en de derde als
voorzitter door de twee benoemde bindend adviseurs.
Cooceesie - overeenkomst lokaal openbaar vervoer
pag. 10