2 -
RAADSVOORSTEL vervolg 62
station-Hoge Vucht, alsmede vervanging van de zomerdienst door de normale
dienst
4. instemmen met het vervoerplan 1994;
5. instemmen met een exploitatieprijs van 14.430.000,— voor de B.B.A.
ter uitvoering van de stadsdienst Breda.
MOTIVERING/TOELICHTING
Zakelijke verhouding tussen gemeente en B.B.A.
Het meer zakelijke karakter van de relatie tussen de gemeente en de B.B.A.
komt vooral tot uiting in een nieuwe concesBie-overeenkomst, waarover uw
raad separaat een voorstel ontvangt, en de procedure rond de totstandkoming
van de dienstregeling en het voorzieningenniveau. Idealiter formuleren wij
op basis van door ons college en uw raad vastgesteld beleid (S.V.V.-Breda
en de nog dit jaar aan te bieden nota Openbaar Vervoer Breda) een zogeheten
openbaar vervoer bestek. Dit is een pakket van eisen waaraan het stedelijk
openbaar vervoer dient te voldoen. Aan de hand daarvan biedt de B.B.A. een
exploitatieplan (vervoerplan nieuwe stijl) met bijbehorende offerte en
concept-dienstregeling aan, waarover onderhandeld wordt. Als wij met het
exploitatieplan, de exploitatieprijs en de dienstregelingwijziging kunnen
instemmen, zullen wij deze zaken ter goedkeuring aan u voorleggen. Ten
aanzien van kleine dienstregelingwijzigingen zullen wij zelf besluitvorming
plegen conform artikel 14 van de Wet Personenvervoer.
In 1994 kon nog niet het zojuist beschreven traject worden gevolgd. In 1993
en 1994 waren er langdurige onderhandelingen met de B.B.A., mede doordat er
sprake was van een gewenningsproces. Voorts kwam de landelijke model
concessie-overeenkomst zeer laat beschikbaar en kreeg het openbaar vervoer
te maken met een groot aantal ontwikkelingen. Vanwege de laatstgenoemde
ontwikkelingen is voor 1994 volstaan met een werkwijze waarbij op basis van
het wensenpakket en de beschikbare financiële middelen van de gemeente
onderhandelingen met de B.B.A. zijn gevoerd over de exploitatieprijs 1994
en de haalbaarheidvan de gewenste dienstregeling. In dat kader is in het
bestuurlijk overleg van najaar 1993 besloten, dat de B.B.A. voor 1994 bij
wijze van overgangsjaar zou kunnen volstaan met een aanpassing van het
vervoerplan 1993. In 1994 kan de nieuwe procedure gevolgd worden.
In het kader van het scheppen van zo zuiver mogelijk afgebakende verant
woordelijkheden hebben wij ons al eerder in principe uitgesproken voor het
onderbrengen van de openbaar vervoerfondsen bij de gemeente in plaats van
bij de B.B.A.. Tijdens het bestuurlijk overleg B.B.A.-gemeente najaar 1993
heeft de B.B.A. daarmee ingestemd» Over het gemeentelijk beheer van alle
O.V.-fondsen vanaf 1994 bieden wij u separaat een voorstel aan.
Introductie van concurrentie op de markt voor (stedelijk) openbaar vervoer
is voorlopig nog niet aan de orde. Het vormt weliswaar onderdeel van de
voorstellen van de commissie Brokx, maar is pas als laatste fase gepland in
het proces van verzakelijking en ontvlechting ten aanzien van de relatie
tussen overheden en vervoerbedrijven Omdat nog talrijke voorwaarden
vooraf vervuld moeten worden
speelt e.e.a. op zijn vroegst na 1997.
Vervoerplan 1994
Zoals aangegeven, zal het vervoerplan 1994 noodzakelijkerwijs bestaan
uit een aanpassing van het vervoerplan 1993. Wij hebben de B.B.A. uitdruk
kelijk verzocht de kritiek, die uw commissie ruimtelijke ordening, verkeer
en vervoer naar voren heeft gebracht in de vergadering van 6 januari 1993,
zoveel mogelijk te verwerken in het vervoerplan 1994.