individuele trajectbegeleiding is verlopen. Daarbij zal eerst aandacht worden besteed aan de fase van november 1992 tot en met april 1993. Dit is van belang om aan te geven dat de feitelijke projectperiode liep van 1 mei 1992 tot 1 mei 1993, maar dat vanwege de vertraging die is opgetreden met betrekking tot het externe project, de extra inzet van contactpersonen na 1 mei 1993 diende te worden voortgezet. In paragraaf 8.3.2 zullen de resultaten van de totale projectperiode worden belicht. 8.4.2 Tussenbalans Eind april 1993 werd een tussenbalans opgemaakt voor wat betreft het projectonderdeel individuele trajectbegeleiding. Op dat moment tekende zich de meerwaarde van deze specifieke aanpak reeds af. Door de uitvoerende werkers werd deze meerwaarde duidelijk onderkend. Daarbij werd aangegeven dat in deze eerste fase deze wijze van intensief samenwerken en werken met cliënten veel extra tijd in beslag nam. Wel sprak men de verwachting uit dat deze wijze van samenwerken tussen de beide organisaties op den duur tijdwinst zou kunnen opleveren. Binnen beide organisaties deden zich een aantal knelpunten voor waardoor het op gang brengen van het project meer tijd en energie kostte dan aanvankelijk werd verwacht. De contactpersonen van de GSD konden niet onmiddellijk volledig afstand nemen van de cliënten die tot hun reguliere case-load behoorden. Een aantal lopende zaken diende nog te worden afgewerkt. Daardoor waren zij in de aanvangsfase nog niet volledig inzetbaar. Verder dienden zij de voor de tot hun case-load behorende cliënten reeds geplande heronderzoeken af te handelen. Deze konden, gezien de hoge werkdruk bij alle contactpersonen, niet worden overdragen. Het duurde ook enige tijd voordat het gegeven, dat een aantal contactpersonen belast werden met deze specifieke taken, in de beide organisaties was ingeburgerd. De afstemming met de werkzaamheden van de andere contactpersonen buiten het project vergde dan ook de nodige extra tijd en aandacht. Gesteld kan worden dat in de eerste fase meer aandacht en zorg moest worden besteed aan de ontwikkeling van de samenwerking en aan het gewennen aan deze specifieke wijze van werken, dan aan het bereiken van feitelijke resultaten. Naar aanleiding van deze tussenbalans concludeerden de directeuren van beide organisa ties dat het project, na de eerste periode van gewenning waarin ook een aantal praktische knelpunten moesten worden opgelost, een vervolg moest krijgen en dat in die vervolgpe- riode de inspanningen méér gericht dienden te worden op het bereiken van concrete resultaten: het conform de geformuleerde operationele doelstelling opstellen van 300 trajectplannen. Dat betekende dat de extra inzet van contactpersonen en consulenten na 1 mei 1993 diende te worden voortgezet. Voor deze extra inzet over de periode mei - december 1993 werden nog géén financiële middelen gevraagd. In de paragraaf Financiën zal daar nader op worden ingegaan. - 19 - Evaluatie uitstroomgericht werken/samenwerking GSD-Arbeidsbureau Stafeenheid Ontwikkeling GSD

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 39