- 3 -
RAADSBESLUIT vervolg 63
voeren
a. aanbrengen van gesloten wegdek;
b. bodemverlagen of afgraven, ophogen of egaliseren;
c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere
wijze indrijven van voorwerpen in de grond.
5. Het in het lid 4 vervatte verbod geldt niet:
a. voor zover het de onder b en d bedoelde werken en werk
zaamheden betreft: werken en werkzaamheden van onderge
schikte betekenis binnen het op de bestemming gerichte
normale onderhoud en beheer;
b. voor werken en werkzaamheden, die op het tijdstip waarop
het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn.
6. De werken en werkzaamheden bedoeld in lid 4 zijn slechts
toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel
door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten
gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de
gasvoorziening ontstaat of kan ontstaan.
7. a. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld
in lid 4 wordt vooraf advies ingewonnen van de leiding
beheerder
b. Het verlenen van een vergunning als bedoeld in lid 4 in
afwijking van het advies van de leidingbeheerder vindt
uitsluitend plaats indien vooraf van Gedeputeerde Staten
een verklaring is ontvangen, dat zij geen bezwaar hebben
tegen het verlenen van de vergunning.
8. Bij strijdigheid tussen hetgeen voor beide leidingen is
bepaald is hetgeen ten aanzien van de leiding met de groot
ste diameter is bepaald van toepassing."
g. het op de bestemmingskaart bij de bestemming "Wijkvoorzieningen"
opgenomen maximaal toegestane bebouwingspercentage wordt gewij
zigd van 60% in 75% en in artikel 5 lid II.1 van de voorschriften
wordt na wordt geen..." toegevoegd "grote";
h. figuur 3 van de toelichting wordt aangepast aan de feitelijke
situatie
3. vast te stellen het bestemmingsplan Westerpark, zoals dat met ingang
van 6 december 1993 ter visie heeft gelegen, met inbegrip van de onder
2 genoemde wijzigingen.
Aldus besloten in zijn openbare
vergadering van p Q pj/iJiPj 'KW-