- 8 -
RAADSVOORSTEL vervolg 64
4. Nadere berekening van de nu reeds aanwezige bebouwing en de wensen van
reclamante in ogenschouw nemend ten aanzien van het aan te kopen "Ruskus"-
terrein hebben ons doen besluiten het bebouwingspercentage aan te passen
tot 75%. Daarnaast zal in de voorschriften, zie bij het kopje "planaanpas
singen" een vrijstelling van nog eens 10% extra worden opgenomen. Vanwege
het feit dat er op het bedrijfsterrein ruimte benodigd is tussen de
bebouwing, is aanpassing van het bebouwingspercentage tot 100% niet
gewenst.
De plankaart en de voorschriften zullen aangepast worden.
5. Nadere bestudering van de eigendommen van reclamante, alsmede de wens
tot mogelijke realisering van kantoorbebouwing op de hoek Haagweg/Ettense-
baan heeft ons doen besluiten de hoogtescheidingslijn van 15 m, waarbinnen
kantoren gebouwd mogen worden, enigszins te veranderen.
De plankaart zal hiertoe aangepast worden.
6. In artikel 7 lid II sub 3, waarin de maximale hoogte van bouwwerken,
geen gebouwen zijnde wordt geregeld, ontbreekt een regeling voor licht(ma
sten tot een hoogte van maximaal 6 meter. Dit is een standaardregeling voor
de toegestane hoogte, waaraan wij ook in dit bestemmingsplan willen
vasthouden en derhalve wordt een hoogte van 15 m niet toegestaan.
Het voorschrift zal aangepast worden.
7. De vrijstellingsmogelijkheden in lid III van artikel 7 zijn niet juist
voorzover het betreft de verwijzing naar andere onderdelen van artikel 7.
De tekst van lid III sub 3 verwijst naar lid II sub 6, terwijl het laatste
lid in zijn geheel dient te vervallen.
De voorschriften zullen worden aangepast.
8. De regeling van artikel 7 lid IV geeft aan dat, alleen indien dat
noodzakelijk is voor die gevallen zoals aangegeven onder de subleden 4 t/m
8, burgemeester en wethouders bevoegd zijn nadere eisen te stellen aan te
realiseren bouwwerken teneinde een optimaal gebruik van de gronden te
bewerkstelligen en wordt als standaardregeling in de bestemmingsplannen
opgenomen
Er bestaat geen aanleiding deze regeling te laten vervallen.
Het bezwaarschrift achten wij voor de onderdelen 3, 4, 5, 6 en 7 gegrond en
voor het overige ongegrond.
11. Ondernemers winkelcentrum De Lunet.
Bezwaar
Reclamanten maken bezwaar tegen de functiewijziging, welke winkelcentrum De
Lunet ondergaat en de daarmee gepaard gaande privaatrechtelijke overeen
komst tussen de gemeente Breda en Ahold (Albert Heijn) inhoudende het
vertrek van de Albert Heijn supermarkt en de overige tot het Ahold-concern
behorende winkels.
Door het vertrek van Albert Heijn en de beoogde functiewijziging, nodig in
verband met het vestigen van een versterkt buurtwinkelcentrum aan de
Acaciastraat, ontstaat er een onzekere situatie voor de ondernemers in De
Lunet