- 9 -
RAADSVOORSTEL vervolg 64
Niet op voorhand staat de noodzaak van de plannen voor de vestiging van het
nieuwe winkelcentrum en het verdwijnen van de detailhandel in De Lunet
vast, nu o.a. de grondexploitatie van het winkelcentrum slechts kostendek
kend gemaakt kan worden middels bijdragen uit het fonds Stadsvernieuwing
terwijl een goed (bestaand) winkelcentrum aanwezig is.
Beoordeling
Het bezwaar van reclamanten is enerzijds publiekrechtelijk van aard,
voorzover het betreft de voorgestane functiewijziging van De Lunet en het
vestigen van een winkelcentrum aan de Acaciastraat en anderzijds privaat
rechtelijk van aard voor zover het betreft de eventuele huuropzegging van
het Aholdconcern en de daarmee gepaard gaande gevolgen voor de ondernemers.
Ten aanzien van de privaatrechtelijke kant verwijzen wij naar de bestaande
regelgeving en de verweermogelijkheden welke daaruit voortvloeien.
Uitgangspunt in het gemeentelijke beleid ten aanzien van buurt- en wijkwin
kelcentra is het streven naar evenwicht per verzorgingsgebied in vraag en
aanbod en concentratie van het winkelaanbod.
Voor de wijk Tuinzigt is in het kader van de stadsvernieuwingsactiviteiten
een distributie planologigsch onderzoek (dpo) verricht naar de gewenste
omvang van de winkelvoorzieningen in relatie tot het aanwezige aanbod. Vast
is komen te staan dat er een teveel aan winkelvloeroppervlak aanwezig is,
terwijl vervolgens op basis van het dpo is gekozen voor een versterkt
buurtcentrum met een bvo van 3500 m2.
Het bestaande winkelcentrum aan de Acaciastraat en het winkelcentrum De
Lunet hebben beide een onvolledig basispakket (supermarkt, slager, groen
te/fruit, drogist en bakker).
Het winkelcentrum aan de Acaciastraat ligt centraal in het verzorgingsge
bied, zeker gezien de geplande woningbouw ten westen van Tuinzigt.
De Lunet daarentegen ligt decentraal en heeft daarbij een buurt- en
wijkoverstijgende functie. Ongeveer 15% van de consumptieve bestedingen in
de voedings- en genotmiddelensektor komt van de inwoners van Haagse Beemden
en daarnaast treft men een aantal branches aan die het nivo van een
buurtcentrum overstijgen, zoals schoenen en woninginrichting.
De keuze voor het vestigen van een versterkt buurtwinkelcentrum is derhalve
gevallen op het centraal in de wijk liggende centrum Acaciastraat. De keuze
heeft tot gevolg dat handhaving van de dagelijkse goederen niet tot de
mogelijkheden behoort en de invulling van De Lunet zal zich richten op de
verkoop van niet-dagelijkse goederen. Dit heeft een wijkoverstijgende
functie en daarmee is De Lunet niet concurrerend voor het te realiseren
buurtcentrum. Voor deze functie is de ligging aan een stedelijke hoofdweg
en de bereikbaarheid van De Lunet gunstig terwijl tevens ruime parkeermoge-
lijkheden aanwezig zijn.
Het bezwaar achten wij derhalve ongegrond.
CONSEQUENTIES
JURIDISCHE
Op grond van het bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening kunnen
appellanten na de vaststelling door de raad bedenkingen inbrengen bij
Gedeputeerde Staten en eventueel daarna beroep instellen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State.