gemeente Breda
cr-inr-?
RAADSVOORSTEL 1994 65
Registratie nr 947000377
Dienst/afdeling ROEZ/JZ
Bijlage -
BETREFT EEN DRIETAL VERZOEKEN OM PLANSCHADEVERGOEDING EX ARTIKEL 49 VAN
DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING.
INLEIDING
Naar aanleiding van de met toepassing van artikel 17 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening verleende vrijstelling van de voorschriften van het
bestemmingsplan Emer 1963/1 ten behoeve van een vestiging van een autoslo
perij met bedrijfsruimte aan de Emerweg zijn door de heer mr. M. van
Dooren, als gemachtigde van de heer en mevrouw van Boxtel, Emerweg 95 te
Breda, de heer A. Knijnenburg en mevrouw A.Siegers, Emerweg 107 te Breda en
de heer M. van Rijen, Huif akkerstraat je 101 te Breda, verzoeken* om plan
schadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening inge
diend.
VOORSTEL
Te besluiten de verzoeken om planschadevergoeding van de heer mr. M. van
Dooren, als gemachtigde van de heer en mevrouw van Boxtel, Emerweg 95 te
Breda, de heer A. Knijnenburg en mevrouw A. Siegers, Emerweg 107 te Breda
en de heer M. van Rijen, Huif akkerstraat je 101 te Breda, af te wijzen een
en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorend concept-raadsbesluit.
MOTIVERING/TOELICHTING
Door verzoekers wordt voldaan aan het formeel vereiste ingevolge artikel 3
van de procedureverordening planschadevergoeding.
Bij besluit van 17 december 1992* respectievelijk 29 april 1993* heeft uw
raad verzoekers in hun verzoek ontvankelijk verklaard en is door uw raad
een schadebeoordelingscommissie benoemd met het verzoek advies uit te
brengen betreffende de ingekomen planschadeverzoeken.
De heer M. van Dooren stelt in zijn verzoekschrift dat zijn cliënten door
de vestiging van de autosloperij en de bouw van een bedrijfsruimte op de
grond gelegen achter hun woning, hiervan in hoge mate nadeel ondervinden.
De verkoopmogelijkheden van hun onroerend goed worden nagenoeg volledig
geblokkeerd, terwijl de vestiging van de autosloperij een enorme verminde
ring van de leefbaarheid ter plaatse, alsmede een grote psychische belas
ting voor zijn cliënten betekent. Het uitzicht alsmede het genot van de
tuin zijn door de vestiging van de autosloperij volledig verloren gegaan.
Hun leefklimaat wordt bepaald door hijskranen, slijptollen, opgestapelde
autowrakken, waakhonden etc. Zijn cliënten zijn in 1989 aan de Emerweg
komen wonen na vooraf advies te hebben ingewonnen bij de gemeente. Van ge
meentewege zou medegedeeld zijn dat het betreffende gebied vooralsnog geen
wijziging zou ondergaan. Twee jaar nadien werden cliënten geconfronteerd
met de plannen voor het gebied Heilaar-Steenakker en onmiddellijk hierna
met de voor zijn cliënten onaanvaardbare veBtiging van een autosloperij.
Zijn cliënten zijn van oordeel dat zij door het vri j stellingsbesluit ex
artikel 17 W.R.O. en de verleende bouwvergunning voor de bedrijfsruimte, in
onevenredige mate schade lijden welke redelijkerwijs niet of niet geheel te
hunnen laste dient te blijven. Namens cliënten verzoekt de heer van Dooren
het berekende schadebedrag ad f 20.975,-. volledig te vergoeden. Tevens
willen cliënten zich het recht voorbehouden om een aanvullende schadever
goeding te vorderen indien en voorzover de autosloperij op 17 september
1994 ter plaatse nog steeds aanwezig is.
De heer Knijnenburg en mevrouw Siegers, Emerweg 107 te Breda, stellen
schade te hebben geleden c.q. te lijden, bestaande uit waardevermindering