Controle In het kader van zijn controle op de rekening gaat de gemeentelijke accountant mede de rechtmatigheid na van de besteding van de rijksbijdrage. Daarbij onderzoekt hij of de uitkering is besteed overeenkomstig voornoemde criteria. De accountant van het ministerie van Binnenlandse Zaken moet zich ervan kunnen vergewissen of de hierboven genoemde verklaringen van de gemeentelijke accountants de gewenste zekerheid geven. Hij kan dit doen in de vorm van een dossierreview dan vel in de vorm van een evaluerend gesprek met de gemeentelijke accountant om vast te stellen of deze de gestelde criteria op toereikende wijze in zijn controle op de rekening heeft meegenomen. Accountantsverklaring Voor geconstateerde onjuistheden gaat de accountant na vat hiervan de consequenties zijn voor zijn rapportering en zijn verklaring. De accountant neemt in zijn verslag als bedoeld in artikel 213 van de Gemeentewet op dat door hem is gecontroleerd. Indien de accountant in zijn verslag bij deze vermelding geen nadere mededeling heeft opgenomen impliceert dit dat: a. de controle heeft plaatsgevonden met inachtneming van vorengenoemde criteria en b. de accountant met een betrouwbaarheid van 95% heeft geconcludeerd dat de meest waarschijnlijke fout in de verantwoording niet groter zal zijn dan aangegeven in onderstaande tabel betreffende het totaal van de feitelijke bestedingen voor het onderhavige project. bestedingen f. 500.000 max. foutfractie f. 25.000 f. 500.000 bestedingen f. 1.000.000 max. foutfractie 5 procent f. 1.000.000 bestedingen f. 5.000.000 max. foutfractie f. 50.000 bestedingen f. 5.000.000 max. foutfractie 1 procent Indien de meest waarschijnlijke fout in het totaal van de feitelijke bestedingen door de accountant hoger wordt ingeschat dan aangegeven in deze tabel, dan vermeldt hij de uitkomst van deze hogere schatting in zijn verslag. Geconstateerde opzettelijke fouten worden - ook indien de invloed op het totaal van de bestedingen minder is dan aangegeven in bovenstaande tabel - in het verslag vermeld. De accountant van het ministerie van Binnenlandse Zaken kan informatie omtrent de verantwoording inwinnen bij het gemeentebestuur. Definitieve vaststelling van de rijksbijdrage De definitieve vaststelling van de rijksbijdrage zal plaatsvinden op basis van een door de gemeente in te dienen opgave. Deze opgave dient vergezeld te gaan van: a. de betreffende einddeclaratie; b. een overzicht van de gemaakte en betaalde projectkosten; c. een gewaarmerkt afschrift van de desbetreffende onderdelen van de rekening (inclusief model C), voorzien van de accountantsverklaring bij de rekening en de relevante gedeelten van de accountantsrapportage. In geval van meerjarige projecten worden ten behoeve van de definitieve vaststelling deze stukken alleen van de laatste jaarschijf ingezonden (zie ook het onderdeel "Verantwoording" van deze brief). De minister van Binnenlandse zaken stelt de rijksbijdrage definitief vast binnen drie maanden na ontvangst van vorengenoemde stukken. - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 487