gemeente Breda RAADSVOORSTEL Registratie nr Dienst/afdeling Bijlage 1994 83 937608183 MD/A&P Geen BETREFT: VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAAR STEL LEN VAN EEN KREDIET VOOR HET UITGEVOERDE AANVULLEND BODEMONDERZOEK EN HET UIT TE VOEREN SANERINGSONDERZOEK/-PLAN OP HET PERCEEL RAADHUISSTRAAT 16. INLEIDING Van 1930 tot 1990 is het in gebruik geweest als stalling en garagewerk plaats voor een touringcarbedrijfDe gemeente Breda is thans eigenaar. Het terrein is verhuurd aan een aantal bedrijven. Van 1930 tot 1985 was er sprake van een in milieuhygiënisch opzicht onzorg vuldige bedrijfsvoering. Er vonden diverse milieuschadelijke bedrijfsacti viteiten plaats zonder de aanwezigheid van bodembeschermende voorzieningen, zoals het tanken van benzine en smeerolie, doorsmeren en verversen van olie, schoonspuiten en ontvetten van de onderzijde van de autobussen en het verbranden van eigen bedrijfsafval. Olie en ontvettingsmiddelen werden gedurende een lange periode (1962-1984) rechtstreeks op de achtergelegen sloot geloosd die uitmondt in de rivier de Mark. In 1989 is er door de provincie een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek dat zowel de grond als het grondwater op een drietal per ceelsgedeelten (voormalige tankinstallatie op het aan de Raadhuisstraat grenzende voorterrein, voormalige tankinstallatie op het middenterrein, verbrandingsplaats van het afval en de sloot op het achterterrein) matig tot ernstig is verontreinigd met olie, aromaten en zware metalen. Deze verontreinigingen zijn het directe gevolg van de activiteiten van het voormalige touringcarbedrijf In 1992 is een nader bodemonderzoek uitgevoerd. Opzet was om de ernst, omvang en de verspreidingsmogelijkheden van de verontreinigingen nauwkeuri ger in beeld te brengen. Voor het voor- en middenterrein werd geconcludeerd een bodemsanering uit te voeren. Voor het achterterrein werd geconcludeerd een aanvullend onderzoek uit te voeren. Dat onderzoek is uitgevoerd. De verontreiniging op het achterterrein is hiermee verder in kaart gebracht. Voor de kosten ervan moet nog financiële dekking plaatsvinden. Voor het achterterrein bestaat tevens een noodzaak tot bodemsanering. In het IBS (Interimwet Bodemsanering)-jaarprogramma 1993 en 1994 heeft de provincie voor het perceel Raadhuisstraat 16 een saneringsonderzoek resp. saneringsplan opgenomen. De kosten van het aanvullend onderzoek, sanerings onderzoek en -plan bedragen 104.000,--. Ingevolge de financieringssyste matiek van de Interimwet Bodemsanering moet de gemeente Breda 50.000,-- bijdragen. VOORSTEL 1. het beschikbaar stellen van een krediet van 50.000.-- voor het uitge voerde aanvullend bodemonderzoek en het uit te voeren saneringsonderzoek respectievelijk op te stellen saneringsplan voor het perceel Raadhuisstraat 16 ten laste van de reserve bodemsanering bij de Algemene Dienst; 2. de concern- en milieudienstbegroting voor het dienstjaar 1994 dienover eenkomstig te wijzigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 555