Actievere rol gemeente Op basis van de onvervreemdbare verantwoordelijkheid voor de eigen burgers en (op basis van wetgeving) door decentralisatie van bevoegdheden, zijn gemeenten zich in de loop der jaren steeds actiever op het terrein van de werkloosheidsbestrijding gaan begeven. In een reactie op de begroting 1994 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid spreekt de VNG de verwachting uit dat gemeenten zelfs nadrukkelijker afstand zullen gaan nemen van het kabinetsbeleid op het terrein van de arbeidsmarkt. Het kabinet kan volgens de VNG niet langer volstaan met de gemeente te beschouwen als uitvoerder van rijksbeleid. Daarvoor is de rijksoverheid te afhankelijk geworden van de steun van gemeenten bij de uitwerking van nieuwe voorstellen. Vergroting van de arbeidsparticipatie is ook voor de gemeente Breda een van de belang rijkste beleidsthema's voor de jaren negentig. Breed wordt erkend dat deelname aan arbeid een adequaat middel is tegen vele individuele en maatschappelijke problemen (sociaal en maatschappelijk isolement, gezondheidsklachten, schuldenproblematiek, vandalisme/criminaliteit). In de discussie over (gemeentelijk) arbeidsmarktbeleid wordt vaak alleen gekeken naar wat de uitvoering van dat beleid kost. Die benadering is om twee redenen onvolledig: veel nadrukkelijker zou ook gekeken moeten worden naar de kosten voor de samenleving die als gevolg van (langdurige) werkloosheid ontstaan; een actief gemeentelijk arbeidsmarktbeleid vormt de basis voor het genereren van externe (bijvoorbeeld Europese) fondsen die weer ingezet kunnen worden voor additionele (lees: extra) werkgelegenheidsinitiatieven. De gemeente meent dat een actief, doelmatig en doeltreffend arbeidsmarktbeleid zal leiden tot een verminderd beroep op inkomensvoorzieningen én opvang-, zorg- en hulpverle ningsvoorzieningen. Als wordt bedacht dat een deel van de kosten van bijstandsuit keringen ten laste van de gemeente blijft, wordt duidelijk dat de gemeente Breda om een budgettaire reden hoge prioriteit geeft aan dit beleid. Op het terrein van de werkloosheidsbestrijding zijn natuurlijk ook de arbeidsbureaus actief. Daarmee wordt feitelijk een vraagstuk van taakverdeling c.q. afbakening gecreëerd dat permanent aan heroverweging onderhevig is. Een taakverdeling die niet alleen om praktische redenen gemaakt moet worden (wie doet wat met welke cliënt ook meer principiële (hoever reikt de zorg van de gemeente en financiële argumenten (kan de gemeente zijn verantwoordelijkheid financieel wel waar maken dwingen tot een zo Beleidsplan 1994 Arbeidsmarktbeleid Gemeente Breda -10-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 611