helder mogelijke afbakening. 1.2 Afbakening Bij het formuleren van de doelen die de gemeente nastreeft in haar arbeidsmarktbeleid werkt een nadere afbakening van de gemeentelijke verantwoordelijkheid verhelderend. Het beïnvloeden van de arbeidsmarkt door de gemeente kan feitelijk op twee manieren gebeuren: in stimulerende zin werkgelegenheidsbeleid het gaat hier om de rol van de gemeente als schepper en instandhouder van werkgelegenheid. Door te zorgen voor een optimaal vestigingsklimaat en door het beschikbaar stellen van bedrijventerreinen kan de gemeente randvoorwaarden creëren voor bestaande en nieuwe bedrijven om in Breda te investeren. Binnen de gemeente is de Directie Grondbedrijf, Economische Zaken en Projectmanagement van dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken hiervoor verantwoorde lijk; in aanpassende of corrigerende zin werkloosheidsbeleid het voorkomen en bestrijden van werkloosheid. Hierover handelt deze notitie. Binnen de gemeente is de Directie Arbeidsmarktbeleid van de dienst Sociale Zaken, Arbeidsmarktbeleid en Welzijn hiervoor verantwoordelijk. Lange tijd is werkloosheidsbestrijding beschouwd als een verfijning van het werkgelegen heidsbeleid. Als gevolg van het structurele karakter van de werkloosheid en de enorme economische en maatschappelijke gevolgen hiervan, is inmiddels algemeen erkend dat geen sprake kan zijn van enige hiërarchische relatie noch van een stiefmoederlijke behandeling. De beïnvloeding en sturing die de gemeente op de locale arbeidsmarkt kan bewerkstelli gen moet niet worden overschat. Aan de andere kant meent de gemeente Breda dat een efficiëntere inzet van (wettelijke) maatregelen, voorzieningen en eigen personele en financiële middelen wel degelijk tot zichtbare resultaten kan leiden. Deze notitie gaat daar nader op in. 1.3 Gemeentelijke doelstelling De algemene doelstelling die de gemeente Breda in het kader van de werkloosheidsbe- Beleidsplan 1994 Arbeidsmarktbeleid Gemeente Breda -11-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 612