van een Regionaal Meld- en Coördinatiepunt voor vroegtijdg schoolverlaten. Met dit
centrale punt wil de gemeente Breda een sluitende registratie van het voortijdig schoolver
laten realiseren, waarna de aanpak van dit probleem meer gericht ter hand kan worden
genomen. Bij de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten zonder startkwalificatie
wordt het bestaande netwerk van voorzieningen (m.n. de leerplichtfunctie, maar ook
specifieke projecten zoals het project "Vangnet") benut.
Een landelijke ontwikkeling is het voornemen om medio 1998 te komen tot de vorming
van Regionale Onderwijs Centra (ROC), waarin alle instellingen voor volwasseneneduca
tie en beroepsonderwijs (uitgezonderd het AOC) in een regio onder één bestuurlijke regie
worden gebracht. Op deze ontwikkeling zal door de gemeente adequaat worden geantici
peerd. In het belang van de meest kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt is daarbij het
zekerstellen van de specifieke, individueel gerichte benadering zoals die bijvoorbeeld in
scholingsprogramma's van de Regionale Stichting Werk en Scholing West-Brabant en de
stichting voor Basiseducatie bestaat, voor de gemeente een randvoorwaarde.
Educatie heeft ten dele een doelstelling in zichzelf die aansluit bij de algemene doelstel
ling van het onderwijsbeleid. Daarnaast heeft educatie een belangrijke functie ten behoeve
van het vergroten van de maatschappelijke zelfredzaamheid van mensen in achterstandssi
tuaties. Belangengroeperingen zijn van mening dat dit de belangrijkste doelstelling van
met name de lagere vormen van educatie zou moeten zijn (educatie als algemene, voor
iedereen op basis van vrijwilligheid toegankelijke voorziening). In de optiek van de
minister van Onderwijs en Wetenschappen zouden bezuinigingen binnen de (basis)educatie
ten laste moeten worden gebracht van de inzet van (basis)educatie voor arbeidsmarktge
richte trajecten. Arbeidsvoorziening is het met deze zienswijze niet eens.
Dit heeft er toe geleid dat er een discussie is ontstaan in het Regionaal Bestuur voor de
Arbeidsvoorziening Breda e.o. over de inzet van de voor beroepsgerichte basiseducatie
beschikbare gelden vanaf 1995. Tot nu toe worden deze middelen rechtstreeks toegekend
aan de instellingen voor basiseducatie. Nu stelt men voor de middelen via de Regionale
Stichting Werk en Scholing West-Brabant (de opvolger van het Centrum voor Beroeps
oriëntatie en Beroepsoefening en de stichting Leerwerkplaatsen) te verdelen op grond van
de concrete vraag vanuit de instellingen voor basiseducatie. De besluitvorming over de
inzet van deze RBA-middelen wordt medio 1994 verwacht.
De gemeente vindt het geen goede ontwikkeling als te eenzijdig prioriteit wordt gegeven
aan hetzij cursussen maatschappelijke zelfredzaamheid, hetzij aan beroepsgerichte
Beleidsplan 1994 Arbeidsmarktbeleid Gemeente Breda
-21-