-33- arbeidsmarktbeleid zou kunnen zijn. Het dilemma is helder: aan de ene kant zijn in de gemeente Breda nog steeds vele honderden mensen langdurig werkloos en aangewezen op een bijstandsuitkering. Voor hen biedt de banenpool geen soelaas (zie hiervoor). Aan de andere kant wordt geconstateerd dat nog veel maatschappelijk nuttig werk blijft liggen. De verleiding is groot om op grote schaal langdurig werklozen met behoud van uitkering werk te laten verrichten. Echter, naast het bestaan van formele belemmeringen5 moet worden stilgestaan bij de vraag bij welke schaal bepaalde werkzaamheden nog als additioneel kunnen worden beschouwd. De gemeente meent dat een zekere mate van concurrentie met reguliere arbeid niet is te vermijden en acceptabel is, maar dat het op grote schaal creëren van additionele arbeid het gevaar van het ontstaan van een apart arbeidscircuit (waarbij werknemers niet onder de gangbare loon- en arbeidsvoorwaarden vallen) in zich houdt. Stagnatie van de doorstroming naar de (dure) reguliere arbeidsmarkt vindt in die situatie onvoldoende plaats, hetgeen op lange termijn noch in het belang van de werkzoekende noch in het belang van de gemeente is. Naarmate echter betere afspraken kunnen worden gemaakt over de aansluiting van werken met behoud van uitkering (als werkervaringsperiode) op regulier beloonde arbeid, kan aan meer mensen dan tot nu toe een reëel perspectief worden geboden. De gemeente wil in overleg met werkgevers- en werknemersorganisaties in RBA-verband onderzoeken op welke wijze dit instrument verantwoord kan worden ingezet. Vrijwilligerswerk vormt één van de mogelijkheden om mensen (weer) actief aan de samenleving te laten deelnemen. Naast een ideële en een sociale functie wordt vrijwilli gerswerk gezien als alternatief voor betaald werk. Het blijkt dat een groot deel van de werkzoekende mensen dat vrijwilligerswerk doet na één tot anderhalf jaar (weer) een betaalde baan vindt. In welke mate het doen van vrijwilligerswerk daaraan bijdraagt is moeilijk vast te stellen. Wel is duidelijk dat vrijwilligerswerk mensen in staat stelt actief te blijven, hun beroepsvaardigheden op peil Beleidsplan 1994 Arbeidsmarktbeleid Gemeente Breda vrijwilligerswerk 5 Door het RBA-bestuur is een procedure vastgesteld waarmee wordt getoetst of een additionele arbeids plaats niet leidt tot verdringing van een regulier betaalde arbeidsplaats. Eén van de criteria daarbij is dat binnen een organisatie niet meer dan 15% van de reguliere personeelsformatie met additionele arbeidsplaatsen wordt ingevuld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 634