-35-
Bestuur voor de Arbeidsvoorziening.
Naast een kerntaak (zie ook hoofdstuk 4 onder F-) formuleert het Regionaal Bestuur voor
de Arbeidsvoorziening in zijn beleidsplan zijn verantwoordelijkheid voor werkzoekenden
die moeilijker plaatsbaar zijn. Het streven blijft er op gericht de reguliere arbeidsbe
middeling óók ten goede te laten komen aan mensen die moeilijker bemiddelbaar zijn.
Voor zover doelgroepen niet kunnen profiteren van het slipstream-effect6, wil het
Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening aanvullende maatregelen treffen. Hierbij
moet vooral worden gedacht aan voortrajecten waarin werkzoekenden worden voorbereid
op toetreding tot de arbeidsmarkt. De gemeente constateert dat het gemeentelijke en het
RBA-doelgroepenbeleid belangrijke overeenkomsten vertonen en wil daarom in 1994 tot
concrete samenwerkingsafspraken komen over de toeleiding van deze groepen naar de
arbeidsmarkt. Deze afspraken dienen vooral te leiden tot een goede beleidsmatige
afstemming met de (nieuwe) RBA-afdeling Regie die in 1994 operationeel wordt.
De gemeente wil met het Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening meeijarenafspra
ken maken. Deze kunnen weliswaar geleidelijk tot uitvoering worden gebracht (financiële
mogelijkheden verschillen immers per partner van jaar tot jaar), maar kortlopende of ad
hoc-initiatieven hebben te beperkte en vaak kortdurende effecten. De totstandkoming van
een gemeenschapplijk activerend arbeidsmarktbeleid voor jongeren door de gemeente
Breda en Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening in de nota "Van school naar
arbeidsmarkt" is hiervan een goed voorbeeld;
Door middel van de vertegenwoordiging van de gemeente Breda in de overheidsgeleding
van het RBA-bestuur kan de gemeente ook op bestuurlijk niveau invloed uitoefenen op de
regionale arbeidsvoorziening. Weliswaar vertegenwoordigt de Bredase bestuurder de
Stadsgewestgemeenten en niet de stad Breda zelf, toch wil de gemeente Breda - gelet op
de gevolgen van de concentratie van de regionale werkloosheidsproblematiek in deze
gemeente - blijven investeren in substantiële bestuurlijke invloed en samenwerking met de
andere geledingen.
Beleidsplan 1994 Arbeidsmarktbeleid Gemeente Breda
6 Met dit begrip wordt bedoeld dat werkzoekenden met een kwetsbare arbeidsmarktpositie (doelgroepen)
niet zonder meer bij een werkgever voor een vacature worden geïntroduceerd, maar (in de "slipstream")
profiteren van de introductie van een goed bemiddelbare werkzoekende bij die werkgever. In ruil voor de
goodwill die een geslaagde dienstverlening door het arbeidsbureau oplevert, wordt op een werkgever het beroep
gedaan ook mee te werken aan de plaatsing van een werkzoekende die op zich een minder sterke achtergrond
heeft maar overigens goed gemotiveerd is.