2
Raadsvoorstel vervolg/1 03
wordt: artikel 1.2, derde lid, sub b.
o. Artikel 7.3, vierde lid: verwezen wordt naar het vierde lid, dit wordt: het derde lid.
p. Bijlage I: verwezen wordt naar artikel 2.11; dit wordt: artikel 2.13.
2. Aan artikel 3.3 wordt een derde lid toegevoegd, luidende '3.
De gehandicapte aan wie over de periode onmiddellijk voorafgaande aan de datum van
inwerkingtreding van de Wet, krachtens artikel 57, tweede lid van de Algemene Arbeidson
geschiktheids Wet, of krachtens artikel P9 tweede lid van de Algemeen Burgerlijke Pensi
oenwet of krachtens artikel 8, tweede lid van de Spoorwegpensioenwet, dan wel krachtens
artikel X5 eerste en tweede lid van de Algemene Militaire Pensioenwet en financiële
tegemoetkoming is verleend in de kosten van het gebruik van een vervoermiddel, doch op
grond van artikel 2, tweede lid van de wet niet voor een voorziening in aanmerking komt,
heeft, mits de omstandigheden ongewijzigd blijven, gedurende de jaren 1994 en 1995 recht
op dezelfde voorziening, met dien verstande dat het bedrag met ingang van 1 januari 1995
met de helft verlaagd zal worden. Bij de vaststelling van deze voorziening zijn de bepalin
gen van hoofdstuk 3 en hoofdstuk 5 van de verordening, behoudens met betrekking tot de
normering van de tegemoetkoming, normaal van toepassing.,
3. In artikel 3.3, eerste lid, wordt 'met 10%' vervangen door 'met 1/7 deel'.
4. Aan artikel 3.3, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: 'Bij de vaststelling van
deze voorziening zijn de bepalingen van hoofdstuk 3 en hoofdstuk 5 van de verordening,
behoudens met betrekking tot de normering van de tegemoetkoming, normaal van toepas
sing.'
5. In artikel 8.3 komt het tweede lid te vervallen.
II. Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op die waarop zij bekend is
gemaakt en werkt terug tot en met 1 april 1994.
Motivering/Toelichting
Op 27 januari is de Verordening voorzieningen gehandicapten 1994 door de raad vastge
steld.
Op dit moment is er aanleiding de verordening aan te passen om de volgende redenen
1. In de vastgestelde verordening is sprake van een aantal verschrijvingen. Het betreft
fouten in de verwijzing naar artikels. Deze errata zijn als bijlage"5 bij dit voorstel opgeno
men.
2. Artikel 3.3 voorziet in overgangsrecht voor vervoersvoorzieningen. In de toelichting op
dit artikel werd verwezen naar een ministeriële regeling in verband met het overgangsrecht
voor gehandicapten, die in AWBZ-instellingen verblijven. Op het moment dat de verorde
ning werd vastgesteld, was deze regeling nog niet getroffen. Verwacht werd, dat het
overgangsrecht in de regeling zou worden vastgelegd. Uit de inmiddels gepubliceerde
regeling blijkt echter, dat de gemeente het overgangsrecht ook voor deze groep in de
verordening dient te regelen.