2
Raadsvoorstel vervolg/
Hiermee rekening houdend, stellen wij uw college voor om de jaarschijf 2000 als volgt vast
te stellen.
1Grote Kerk
200.000,=
2. Laurentiuskerk
156.339,=
3. St. Martinuskerk
142.657,=
4. Toren St. Martinus (eigendom gemeente)
200.000,=
5. Toren Grote Kerk
200.000,=
6. Liesboslaan 35 (molen)
200.000,=
7. Duivelsbruglaan 1 (Ned. Herv. Kerk)
200.000,=
8. Villa Valkrust
200.000,=
9. Catharinastraat 18 t.m. 32 (beh.22 en32)
580.000,=
lO.Catharinastraat 9 (Huis Wijngaarde)
100.000,=
ll.Haagdijk 22
100.000,=
12.Nieuwstraat 21 t/m 27
100.000,=
13.Kloosterplein 20 (klooster)
f
100.000.=
2.478.996,=
subsidiepercentage no. 6, 8,9.10,11,12 en 13
subsidiepercentage overigen
totaal gevraagde subsidie
waarvan ten laste budget 2000
verwacht budget
60%
80%
19.078.670,=
2.478.996,=
550.000,=
De opzet van de jaarschijf 2000 wordt grotendeels beheerst door reeds eerder aangegane
verplichtingen. Ten behoeve van partiële restauraties aan de Grote of Onze Lieve Vrouwe
Kerk is jaarlijks een bedrag gereserveerd van/. 200.000,
Nader onderzoek heeft uitgewezen dat een veelvoud van dit bedrag noodzakelijk is om de
conditie van de kerk op peil te brengen. Afhankelijk van andere financieringsbronnen zal
deze claim vooralsnog worden gehandhaafd.
Een aantal jaren terug is besloten om de Laurentiuskerk in het Ginneken en de St. Marti-
nuskerk te Princenhage te restaureren. De restauratie van de Laurentius- en de Martinus-
kerk zijn inmiddels voltooid. Voor beide kerken geldt dat de restauratiefinanciering en het
subsidie over meerdere jaren uitgesmeerd dienden te worden, omdat het beschikbare
jaarbudget niet toereikend was. Ook voor de jaarschijf 2000 lopen deze verplichtingen door.
Ten aanzien van de opname van de toren van de St. Martinuskerk, villa Valkrust en de
Nederlands Hervormde Kerk moet worden vermeld dat dit restauratieprojecten zijn, die
binnen de gestelde planperiode door de eigenaren zullen worden aangepakt. Dit geldt
eveneens voor de overige opgevoerde projekten.
Hierbij passen twee kanttekeningen. Op de eerste plaats zal het budget dat toegewezen
wordt, niet toereikend zijn om deze restauraties in aanmerking te laten komen voor een
Rijkssubsidie. Zij worden opgevoerd om in aanmerking te komen voor de re-allocatie van
Rijkssubsidie.
Daarnaast is het college volgens de subsidieregeling gemachtigd (artikel 3, lid 3 en 4 van de
BRRM) om tussentijds wijzigingen in de vastgestelde meerjarenprogramma(s) aan te bren
gen. Hiermee wordt een zekere mate van flexabiliteit mogelijk. Als de noodzaak en realiteit