Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1994/1 12
Registratienummer 946501198
Dienst/afdeling BD/BJZ
Aantal bijlagen geen
Betreft: Bezwaarschrift op grond van de Wet Arob van het Landelijk Platform tegen het
oneigenlijk gebruik van artikel 19 W.R.O., tegen het nemen van een voorbereidingbesluit
voor een terrein gelegen aan de Elleboog.
Inleiding
In uw vergadering van 25 november 1993 besloot u, op grond van artikel 21, eerste lid,
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, te verklaren dat een bestemmingsplan wordt
voorbereid voor een terrein gelegen aan de Elleboog.
Tegen dat (voorbereidings)besluit diende de Stichting landelijk platform tegen het onei
genlijk gebruik van artikel 19 W.R.O. bij brief van 20 december 1993, ontvangen op 22
december 1993, op grond van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen
(Wet Arob), een bezwaarschrift in. Dat bezwaarschrift is voorgelegd aan de commissie
voor bezwaar- en beroepschriften. De secretaris van deze commissie heeft namens de
voorzitter bezwaarde bij brief van 18 februari 1994 uitgenodigd om te verschijnen op een
op 3 maart 1994 te houden hoorzitting. Zonder bericht van verhindering is bezwaarde niet
ter hoorzitting verschenen. Het verslag van de hoorzitting is toegevoegd aan de voor u ter
inzage liggende stukken.
Wij stellen u voor om overeenkomstig het advies van de commissie voor bezwaar- en
beroepschriften te beslissen. Het advies is integraal opgenomen onder de rubriek motive
ring/toelichting.
Voorstel
1. de Stichting landelijk platform tegen het oneigenlijk gebruik van artikel 19 W.R.O. niet
ontvankelijk te verklaren in haar bezwaarschrift.
Motivering/Toelichting
De commissie voor bezwaar- en beroepschriften heeft het volgende overwogen.
Op grond van het overgangsrecht zoals opgenomen in de Wet voltooiing eerste fase
herziening rechterlijke organisatie blijft op de behandeling van bezwaar dat vóór de
inwerkingtreding van die wet (1 januari 1994) is gemaakt het recht zoals dat gold voor dat
tijdstip van toepassing. In dit geval betekent dat, dat de Wet Arob van toepassing is.
Op grond van artikel 7 van de Wet Arob kan een bezwaarschrift worden ingediend door
een natuurlijke of rechtspersoon die door een beschikking rechtstreeks in zijn belang is
getroffen.
w