Gemeente Breda
Raadsbesluit 1994/1 2 A
Registratienummer 946501328
Dienst/afdeling BD/BEL
Aantal Bijlagen geen
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van de burgemeester en wethouders en met overname van de daarin
vermelde overwegingen;
dat de kosten in verband met de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, voortvloeiende
uit de realisatie van bestemmingsplan Binnenstad naar evenredigheid van verkregen profijt
dienen te worden omgeslagen over die onroerende zaken die als gevolg van deze voorzie
ningen gebaat zijn dan wel geschikt of beter geschikt worden voor bebouwing of in een
voordeliger positie komen te verkeren;
dat het verhaal van kosten van deze voorzieningen van openbaar nut met betrekking tot
onroerende zaken waarvan derden het genot krachtens zakelijk recht hebben, welke
onroerende zaken als gevolg van de in het kader van voornoemd bestemmingsplan aan te
leggen voorzieningen van openbaar nut gebaat zijn dan wel geschikt of beter geschikt
worden voor bebouwing dan wel in een voordeliger positie komen te verkeren, zal
plaatsvinden op basis van een overeenkomst, die is gebaseerd op de regels, zoals opgeno
men in de "Exploitatieverordening Gemeente Breda 1994" (exploitatie-overeenkomst);
dat in gevallen waarin niet kan worden gekomen tot het sluiten van een exploitatie
overeenkomst, het verhaal van kosten zal plaatsvinden via de heffing van een baatbelasting
of een bouwgrondbelasting als bedoeld in respectievelijk artikel 221 en artikel 222 van de
Gemeentewet (Stb. 1993,611) dan wel een baatbelasting als bedoeld in het voorgestelde
artikel 228a van de Gemeentewet (kamerstukken II, 1992/93, 23217, nr. 2, voorstel voor
een Invoeringswet van de wet materiële belastingbepalingen Gemeentewet) dan wel een
andere belasting welke in de Gemeentewet wordt opgenomen ter vervanging van één of
beide belastingen als bedoeld in artikel 221 of artikel 222 van de Gemeentewet;
dat het ten behoeve van de instelling van kostenverhaal via een belasting als hiervoor
bedoeld, noodzakelijk is te komen tot een aanduiding van het profijtgebied alsmede tot het
aangeven van de mate, waarin de kosten verband houdende met de aanleg van de bedoelde
voorzieningen van openbaar nut zullen worden verhaald;
gelet op artikel 221, vierde lid, en artikel 222, vierde lid, van de Gemeentewet, onderschei
denlijk artikel 228a, tweede lid, van de Gemeentewet zoals dit luidt na inwerkingtreding
van het voorstel Invoeringswet van de wet materiële belastingbepalingen Gemeentewet
(Kamerstukken II, 1992/93, 23217, nr. 2);
gelet op de beleidsovereenkomst tussen de Vereniging Binnenstad Breda en de gemeente
Breda betreffende de herinrichting openbare ruimte van het historisch stadshart van Breda;
besluit:
a. Het gebied, waarin de onroerende zaken zijn gelegen, die gebaat zijn dan wel geschikt of
beter geschikt worden voor bebouwing of in een voordeliger positie zullen komen te
verkeren als gevolg van de door de gemeente of met medewerking van de gemeente in het
kader van de realisatie van het bestemmingsplan Binnenstad te treffen voorzieningen van
openbaar nut, aan te duiden overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig