kringloop bedrijf breda /XV III. Het begeleiden van het personeel. Omdat het K.B.B. niet louter werkt met "modelwerknemers" is begeleiding van essentieel belang. Elke maand vindt er een werkoverleg plaats, waarin de dagelijkse gang van zaken binnen het bedrijf aan de orde komt. Het biedt de medewerkers de mogelijkheid zaken welke het werk aangaan met de coördina tor/begeleider en de andere collega's te bespreken. Er wordt tijdens dit overleg ook informatie van het bestuur doorgegeven. Via de coördinator/begeleider kunnen zaken weer aan het bestuur doorgegeven worden. Minimaal iedere 2 maanden wordt er met elke medewerker afzonderlijk een funktioneringsgesprek gehouden. Eenmaal in het jaar vindt er, indien er sprake is van detachering samen met de contactpersoon, een beoordelingsgesprek plaats waarin aanbod komen: - de inzet en werkhouding. - het sociaal functioneren t.o.v. collega's en klanten. - de perspectieven voor de toekomst. - de wenselijkheid c.q. noodzaak tot scholing. Gezien de meervoudige problematische achtergrond van de meeste medewerkers, is er hiernaast dagelijkse begeleiding nodig. Bij problemen kan de coördinator/begeleider direct aangesproken worden. De meeste problemen betreffen het wennen aan het arbeidsritme en het sociaal functioneren. Daarnaast is er ruimte om over persoonlijke problemen te praten, zij het dat hieraan wel grenzen zitten. Bij meer structurele problemen wordt er contact opgenomen met de contactpersoon van de betrefffende instelling of wordt er venvezen naar de gespecialiceerde hulpverleners. Al met al dient er continu begeleid te worden en is het streven van de stichting zo snel mogelijk het aantal uren van de coördinator/begeleider uit te breiden. DE KRINGLOOPLIJN 06-8212248 aardenhoek 10 4817 NE breda te! 076 - 810694 bankrel/rabobank. breda nr. 10.89 50.581 k.v.k breda n- 104009 i samenwerking met de regionale kringloop bedrijven tijvoortsebaan 9, 5051 HJ goirle te: 013 - 34879C. fax 013 - 346098

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 849