Raadsvoorstel vervolg/ 1 3 9 - 200.000,- uit het Stadsvernieuwingsfonds. Dit betreft een bijdrage uit de gereser veerde middelen ad f 700.000,- monumentensubsidies 1994; - 1.135.000,- als jaarschijven 1996, 1997 en 1998 (voor 255.000,-) van de gemeentelijk gereserveerde middelen in de investeringsplannen over deze jaren (als onderdeel van de totaal toegezegde middelen aan de stichting van 2.2 miljoen). De met deze voorfinanciering gepaard gaande middelen zijn structu reel voor f 100.000,- opgenomen in de begroting van de dienst RO/EZ; 6. In verband met het onder 1, 4 en 5 bepaalde, de begroting van de dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken en de concernbegroting, beide voor het dienstjaar 1994, te wijzigen overeenkomstig de daartoe strekkende besluiten. Motivering/Toelichting Het historisch kader De restauratie- en verbeteringsplannen zijn langdurig onderwerp van discussie geweest. Naast de inhoudelijke aspekten is veel energie door zowel de stichting als de gemeente gestoken in de financiële dekking van de plannen. Overleg is daarbij gevoerd met het rijk en de provincie. Van de provincie is een subsidie van 250.000,- bij de stichting beschikbaar voor de restauratie. De nodige inspanning is verricht om in aanmerking te komen voor de "kanjerre geling" van het Ministerie van WVC. Uw raad heeft getracht om via de werkgelegenheids- impuls rijksmiddelen te verkrijgen voor de restauratie. Tenslotte dient het overleg met de Rijksdienst voor Monumentenzorg voor het verkrijgen van subsidiegelden vermeld te worden. Het gebrek aan financiële middelen bij deze instantie leidde uitsluitend tot de toezegging dat de kans op mogelijk toekomstige subsidies ten behoeve van de restauratie niet verspeeld zijn. Geconstateerd kan worden dat de verkregen middelen van derden in geen verhouding staan tot de noodzakelijke investering. Dit leidt tot de conclusie dat de door de gemeente toegezegde subsidie van 1/3 van de subsidiële kosten ontoereikend is om tot uitvoering van de restauratie te komen. De technische staat van de kerk duldt echter geen uitstel. Uw raad wordt dan ook voorge steld om, mede op grond van het programaccoord, de verantwoordelijkheid voor de restauratie te nemen en daarvoor de middelen beschikbaar te stellen in de vorm van een subsidie aan de stichting. Tevens wordt uw raad voorgesteld om ten behoeve van de toren, waar de gemeente als eigenaar optreedt, een Sprinkler-installatie aan te leggen, een bouwtechnisch onderzoek te laten verrichten en een projekt management in te stellen. Het plan Zoals reeds in de inleiding is gesteld gaat het plan van de stichting uit van zowel restauratie als funktionele aanpassing. Voor een specificatie van het plan kan worden verwezen naar de ter visie gelegde stukken. De Rijksdienst voor Monumentenzorg geeft geen goedkeuring op onderdelen van het ingediende plan, dan wel vraagt nader onderzoek, dan wel plaatst kanttekeningen bij de wijze van uitvoering. Voorts stelt de Rijksdienst dat begroting, bestek en tekeningen niet volledig op elkaar aansluiten. Om deze reden wordt uw raad voorgesteld om geen volledige goedkeuring aan de restaura tieplannen te geven, doch slechts de niet ter discussie staande werkzaamheden uit de le fase op te starten. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 876